Gluren naar de buren

Waarom maken wij Nederlanders toch een etalage van onze huiskamers?

 

 

Dat wij Nederlanders met de gordijnen wagenwijd open uitgebreid gaan zitten eten of buizen, daar verbaast elke buitenlander zich over. Op een online platform dat populair is onder expats in Nederland staat:

 

‘Benieuwd naar de inrichting van de buren of hun gevoel voor stijl? Wil je weten wat Jaap en zijn gezin op tafel hebben staan voor het avondeten? En waar de meeste Nederlanders naar kijken op de televisie? Je vindt de antwoorden op al je vragen en veel, veel meer achter de naakte ramen van de Nederlanders.’

 

Colleen Geske, een geboren Canadese die sinds 2004 in Amsterdam woont en de drijvende kracht achter het platform, zegt het fascinerend te vinden, al die open gordijnen van de Nederlanders. Want ook al wil je het niet, je kunt bijna niet anders dan naar binnen loeren.

 

Over het waarom we dit doen, zijn verschillende theorieën. Zo zou het niet meer nodig zijn om de kou buiten de deur te houden, zouden we meer licht in huis willen, zou het een tegenreactie op de verduistering in de oorlog zijn of zouden we als goed calvinisten willen laten zien dat we niets te verbergen hebben of zouden we juist graag pronken met wat we hebben.

 

Dat van die kou buiten de deur houden gaat niet op. Want we lieten onze gordijnen drie eeuwen voordat er dubbel glas kwam ook al open. Daglicht komt er niet binnen als het donker is, dus dat argument kunnen we ook wegstrepen. En de Duitse verduisteringspolitiek trof alle bezette landen, terwijl geen enkel ander volk net als wij een etalage van zijn huiskamer maakt. Is het toch onze calvinistische inslag dan?

 

‘In de 19de en 20ste eeuw pleitte het calvinisme voor strenge wetten tegen zedenverval,’ schreef politicus Boris van der Ham hierover in NRC Handelsblad. ‘In deze tijd stond Nederland bekend als een kleingeestige maatschappij, waarin huishoudens de gordijnen expres ’s avonds openhielden om te tonen dat ze niets zondigs deden. Pas in de jaren zestig kwam hier een einde aan.’

 

Volgens Herman Pleij (emeritus-hoogleraar historische Nederlandse letterkunde) is het uit statusoverwegingen dat we iedereen graag een inkijkje gunnen.

cactus met ogen

 

Zo van: kijk mij de boel eens goed voor elkaar hebben. Thera Wijsenbeek-Olthuis, docente economische en sociale geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam, bevestigt dit. Zij vond uit dat gordijnen in de welvarende Gouden Eeuw hun intrede deden in de Hollandse huiskamers.

 

En dat de toegenomen welvaart uit die tijd zorgde voor ‘een nieuwe mentaliteit van vertoon’. Dus lieten trotse huisbezitters hun nieuwverworven gordijnen maar open zodat ze ook hun andere nieuwverworven spullen aan de buurt konden showen.

 

Aantonen dat we achter dichte gordijnen geen dingen doen die het daglicht niet kunnen verdragen, hoeven we gelukkig niet meer. En trots laten zien hoe goed we het hebben zit er al zoveel eeuwen in, dat gaat niet zomaar vanzelf over.

 

Bron: Het Parool

 

Door: Brigitte Bormans

 

Brigitte werkte jarenlang als culinair journalist en schreef twee kookboeken. In 2004 werd ze directeur/eigenaar van Erfgoed Logies. Maar zonder schrijven kan ze niet. Gelukkig zag Franska wel iets in haar columns, kwam van het een het ander en mag er nu ook over andere zaken worden geschreven.