Generatiekloof: was vroeger wel alles beter?
Ik vind stiekem van niet. En daar heb ik zo mijn redenen voor.
Ik ben nog net in de vorige eeuw geboren. 1999. Vind ik altijd best mooi staan. En ik kan nog vertellen dat ik in de vorige eeuw heb geleefd. Weliswaar slechts vijf maanden, maar ik vind het wel enigszins cool. Ik ben vaak de jongste in gezelschap. In mijn vriendengroep, familiekring en ook hier op de redactie ben ik de enige die d’r tienerjaren nog net niet heeft verlaten. Nu wordt er weleens gespeculeerd dat vroeger alles beter zou zijn. Daar zit op sommige vlakken zeker wat in, vind ik. Zoals dat je vroeger makkelijk een wijntje kon drinken met je zestien jaar (of zelfs nog jonger). Toen kwam eindelijk het moment dat ik bijna zestien werd – wat een mijlpaal, dacht ik. Vervolgens besloot de regering die leeftijdsgrens even te verhogen naar achttien jaar en de teugels lekker strak aan te trekken op dat beleid. Fijn, kon ik weer twee jaar wachten.
Maar er zijn ook genoeg dingen waar ik het een beetje benauwd van krijg. ‘Hoe deden ze dat vroeger toch’, denk ik dan. Hier zijn negentien dingen die ik tegenwoordig toch wel wat beter vind dan hoe het vroeger was.
1. WhatsApp. Dat is toch een van de beste dingen ooit? Even iets snel overleggen, afspraak met je vriendin plannen, je moeder die altijd kan zien wanneer je voor het laatst online bent geweest (die van mij checkt dat dus om te kijken of ik nog wel leef).
2. Daarover gesproken: vroeger was je bijna niet te bereiken. Hoe zei je toen tegen je kameraad dat je van je fiets was gevallen en niet meer kon komen lunchen? Of als je een half uurtje later kwam? Het lijkt mij maar onhandig.
3. Bovendien kon je ook niemand bereiken als je met een lekke band ergens gestrand was. Liep iedereen toen gewoon braaf met de fiets aan de hand dat pokkeneind naar huis? Als ik nu ’s nachts alleen naar huis fiets, bel ik even iemand op, geeft me toch een veilig gevoel.
4. En die camera’s die we tegenwoordig hebben, ideaal. Al mijn herinneringen kan ik nu vastleggen en voor altijd bewaren op mijn iPhone of laptop.
5. De leeftijdsgrens voor alcohol en tabak. Vroeger liep je als tienjarig grietje even naar de buurtwinkel om een fles whisky voor je vader te halen en een pakje sigaretten voor je moeder. Ik vind het een raar idee. Ik kan nu niet eens met mijn moeder een fles drank halen als cadeau voor mijn vader zonder dat ik me moet legitimeren. Zie ik eruit alsof ik whisky drink? Maar ook bij mijn Albert Heijn-baantje vorig jaar werd mij streng verteld iedereen die er jonger uitziet dan vijfentwintig om een legitimatie te vragen. Best ongemakkelijk als je een vrouw van tweeëndertig om haar legitimatie vraagt als ze een fles wijn koopt; zo goed in leeftijd schatten ben ik dus niet.
6. Op alles is een antwoord te vinden, daar dank ik Google voor.
7. Al die handige apps. Ik ben stiekem erg blij dat ik niet met een kaart hoef te hannesen als ik weer eens de weg kwijt ben. Google Maps leidt me overal heen.
8. Of Google Translate. Kom ik even niet uit mijn woorden in Frankrijk? Hup, pak ik even die app erbij. Geen geneuzel in een woordenboek.
9. Hoe de mode er vroeger soms uitzag, oh oh. Ik vind sommige trends van vroeger die nu helemaal terugkomen echt leuk hoor. Scrunchie (wokkel) in mijn haar, broek met wijde pijpen. Maar mannen met een dikke snor en vrouwen met een gekleurde spencer? Dat snap ik niet.
10. Hoe het er vroeger aan toe ging op scholen lijkt me ook echt niet beter. Een leraar die je mept met een liniaal bij een onvoldoende? Dat vind ik waanzin.
11. Naar mijn idee zijn de medische voorzieningen tegenwoordig stukken beter. Dan is er weer een splinternieuw medicijn of apparaat op de markt waarmee iets gruwelijks voorkomen kan worden.
12. Televisie in kleur. Dat je vroeger maar naar een beperkt aantal zenders kon kijken en dan ook nog in zwartwit, daar kan ik me niets bij voorstellen. Tegenwoordig kan de flatscreen niet groot genoeg, spat het scherpe, kleurrijke beeld van je muur en zap je zo ongeveer door vijfhonderd zenders.
13. Al dat losse contante geld vroeger. Ik zou dat alleen maar kwijtraken. Halleluja voor de pinpas én contactloos betalen.
14. Gezinnen met tien kinderen. Ik heb respect voor die moeders.
15. Corrigeer me als ik fout zit, maar naar mijn idee at vroeger iedereen stamppot. Tegenwoordig kan een maaltijd niet gevarieerd genoeg zijn. Bovendien is Thuisbezorgd zo besteld vanuit je luie stoel.
16. Het gaat tegenwoordig goed met de emancipatie. Vrouwen zitten niet meer thuis maar verdienen hun eigen centen.
17. En dat tikken op die typmachine, dat lijkt me nou zo onhandig. Zo’n laptop is veel fijner.
18. Vroeger kende je telefoonnummers uit je hoofd of zocht je die op in een dik telefoonboek. Nu check ik even mijn iPhone en bel ik zo iemand op. Nadeel is wel dat zodra mijn telefoon kwijt is, ik niemand kan bereiken omdat ik geen nummer uit mijn hoofd ken.
19. Die mobiele telefoon die je overal mee naartoe kan nemen en waar je zo’n beetje alles mee kan, vind ik toch wel de beste uitvinding.
Ik denk dat hier sprake is van een generatiekloof, denk je niet?