Gelukkig hoor ik weer rennende kindervoetjes

irma laptop

 

Op alle foto’s en filmpjes die ik krijg zie ik haar stuiteren van plezier. Weet zij veel dat haar oma aan de andere kant van de wereld wakker ligt over superlange vliegreizen, raar eten en enge Indonesische beesten.

 

 

 

 

 

Na bijna vier weken op Bali zijn ze weer thuis: mijn kinderen, hun partners en mijn kleindochter. Vooral die laatste heb ik erg gemist. Drie weken geen oppasdag, geen dansjes, geen ‘ik zit verstopt achter het gordijn, oma’, geen rennende kindervoetjes, geen dikke knuffelsessie met de hond.

 

Zij heeft het ontzettend naar haar zin gehad. Iedere dag al haar ooms en tantes om zich heen, alleen maar zon, zwemmen en ijsjes, dat is groot feest als je twee-en-een-half bent. Op alle foto’s en filmpjes die ik krijg zie ik haar stuiteren van plezier. Weet zij veel dat haar oma aan de andere kant van de wereld wakker ligt over superlange vliegreizen, raar eten en enge Indonesische beesten.

 

Nu is ze er weer en is het donderdag weer gewoon oma-jazzy dag (en als opa lief is, maken we er opa-oma-jazzydag van). Ze babbelt honderduit. Ook over haar vakantie, waar ze dolfijnen en gekko’s zag, maar vooral over alle dingen die ze vandaag ziet. ‘Geen vogel, oma. Duifje’, en bij een zwart-wit eendje: ‘Kijk oma, pinquin!’ De oppasdag is eigenlijk te kort vandaag. Ze wil aardbeitjes plukken in de tuin, ze wil spelen op het grote bed van opa en oma, ze wil al haar speelgoedjes tevoorschijn halen, met opa tv kijken, buiten spelen met de kindjes en kroelen met de hond. Normaal gesproken gaan we op donderdagochtend samen naar peuterdans bij de plaatselijke muziekschool, maar ze heeft nu geen zin. Ze weet precies wat ze wél wil: naar de speeltuin. Oma vindt vandaag (of eigenlijk altijd wel) alles goed, dus gaan we naar de speeltuin.

 

Ze sprint van het ene naar het andere speeltoestel en kijkt haar ogen uit bij al die grote kinderen die veel harder rennen en springen dan zij. Vrolijk kletst ze erop los. Meestal snap ik haar verhalen wel, soms knik en lach ik alleen maar om haar gebrabbel.

 

Tussen de glijbaan en de schommel rent ze ineens op haar kleine mollige beentjes naar me toe. Ze slaat haar armpjes om mijn knieën en zegt: ‘Oma missen.’ Dit keer weet ik precies wat ze bedoelt.

 

Door: Irma van Schaijk