Geertje en haar man besloten het erop aan te laten komen na de twintigwekenecho

 

‘Onze omgeving kon bitter weinig begrip opbrengen voor onze beslissing.’

 

 

 

‘De verloskundige fronste haar wenkbrauwen en schraapte eerst haar keel voordat ze begon te praten. Ik lag die vrijdag met een klodder gel op mijn buik lachend naar het scherm te turen waar ons kleine ventje, die nu twintig weken was, zich duidelijk op roerde. Er waren wat afwijkingen, vreesde ze – ze sprak heel zacht. De bovenbeentjes leken wat aan de korte kant en het beeld van de darmen en nieren stelde haar niet gerust. 

 

 

Mijn hart dreigde ermee op te houden toen ze zei dat dit mogelijk op het downsyndroom kon wijzen. Maar na het weekend zou er een uitgebreider onderzoek volgen en tot die tijd moesten we nog maar niet wanhopen – wat we natuurlijk wel deden. Het vermoeden van onze verloskundige werd deels bevestigd. Hoewel down niet onomstotelijk werd vastgesteld, werd de kans op zo’n 25% geschat. Een vruchtwaterpunctie kon zekerheid brengen. Het was aan ons om te bepalen of we het risico wilden nemen dat ons kindje dan mogelijk te vroeg geboren zou worden. 

 

 

We vroegen om bedenktijd en doken samen onder. Na heel veel huilen, heel veel praten en heel veel welles-nietes besloten we om het erop aan te laten komen. Dat was overigens niet uit geloofsovertuiging anders dan dat we er zelf van overtuigd waren dat als ons kindje met dit syndroom geboren zou worden, we dit aan zouden kunnen. Onze omgeving daarentegen kon bitter weinig begrip voor onze beslissing opbrengen. Behalve mijn moeder werden we, hoewel iedereen het alleen maar van horen zeggen kon hebben, vooral gewaarschuwd voor het leven met een kind met downsyndroom en daarbij: zouden we geen spijt krijgen als het foute boel zou zijn?

 

 

Intussen stemden de vervolgecho’s hoopvol en was er op het laatst alleen nog een heel kleine afwijking van de nieren te zien. Mijn man hield eigenlijk al geen rekening meer met een slechte uitslag na de bevalling. Ik hoorde een stemmetje dat zich niet liet sussen en dat me voorbereidde om het nieuws aan te kunnen zo dat er mocht komen. 

 

 

En dat kwam er. Meteen na de geboorte werd ons ventje naar de kinderafdeling gebracht waar het downsyndroom werd vastgesteld. Hoewel mijn man het er zwaar mee had en ik toch meer schrok dan ik van tevoren had ingeschat, waren we na een paar dagen zo verliefd op onze zoon dat we besloten om alleen maar heel veel van hem te houden. Jammer genoeg was het weer onze omgeving die voor de domper zorgde. Een iemand maakte het zelfs zo bont dat ze zei dat het onze eigen schuld was. Wat bedoelde ze precies, wilde mijn man weten. Dat het onze eigen schuld was dat we een zoontje hadden gekregen waar we dolblij mee waren?’

 

 

Geertjes naam is gefingeerd. Haar echte naam is bekend bij de redactie.

 

 

Moet jou ook iets van het hart en wil je dat (anoniem) met ons delen? Stuur dan een mail naar info@franska.nl onder vermelding van ‘Dit moet ik even kwijt’.