Taal is zeg maar echt mijn ding
Onze kinderen wonen nu driekwart van hun leven het in het buitenland. Dit heeft natuurlijk gevolgen voor hun moerstaal
Ook al spreken we onderling altijd Nederlands, ze maken genoeg taalfouten en sommige zijn ronduit hilarisch. De oudste (17) zit in het voorlaatste jaar van High School en heeft bewust gekozen voor het vak Nederlands (5VWO) in plaats van een andere vreemde taal. Zij volgt het lespakket via een onderwijsinstelling op afstand. Haar Nederlands is dus heel behoorlijk.
De jongste (14) heeft zijn laatste Nederlandse les twee jaar geleden gehad en dat is te merken. Zijn zinsopbouw is Engels en dat klinkt niet altijd even soepel in het Nederlands. Op de juiste (spreek)woorden komen, is voor hem ook niet vanzelfsprekend.
Jaren geleden kwam hij thuis van school met het verhaal dat hij eierdopjes had gegeten. Het bleek om doperwtjes te gaan. Recentelijk maakte hij de opmerking dat zijn nieuwe jas geen capuchute had. Toen ik hem verbeterde, zei hij dat hij er soms geen knoop aan kon draaien.
Oog om oog, tand om tand. Want wij als ouders worden namelijk ook uitgelachen. Als je pas een kwart van je leven in het buitenland woont, dan is de taal die je buitenshuis spreekt namelijk best voor verbetering vatbaar.
Vaderlief heeft een puike Engelse woordenschat maar zijn accent is tenenkrommend. Mijn accent is volgens de kinderen beter, maar er is nog genoeg bij te schaven. Ik probeer mijn gebrek aan vocabulaire te compenseren met een zo goed mogelijke uitspraak. Tevergeefs.
Grootste struikelblok is en blijft de th. Niet dat ik het niet kan, maar omdat het in de meeste gevallen een macht der gewoonte is geworden. Een woord dat begint met de th gaat me prima af, maar o wee als de th midden in een woord zit. Net als de meeste Nederlanders, heb ik van die th ooit een zachte d gemaakt.
Laatst sprak ik een Amerikaanse, die Florence (Italië) zou gaan bezoeken. Ik raadde haar aan de ‘ledder market’ te bezoeken. Toen ik sprak over de mooie tassen en riemen, zei ze “Oh, you mean leather market”. Alsof de kinderen me niet al duizend keer hebben gezegd: “Mam, het is niet ‘wedder’ maar weather”.
Maar hé, ik zeg in elk geval niet als een echte Hollandse wie-fie!
Franska’s gastcolumnist van deze week is Ing Hofman
Ook een keer gastcolumnist zijn op franska.nl? Mail je column (van maximaal 400 woorden) naar content@franska.nl. Als je column niet geplaatst wordt, ontvang je daar geen bericht over.