Gaaaap

Ik las ooit dat Georgina Verbaan de wallen onder haar ogen namen geeft. Bert en Trudy.

 

En ook mijn goeie vriend Jeroen, die ik graag pest (en hij mij driedubbel zo hard terug!) heeft wallen. Elke keer als ik hem zie, hangen ze weer een stukje lager richting kin. Onderkin. ;-)

(Ik mag dit van hem schrijven, hoor.)

 

Ja, maak er maar grappen over. Maar het is echt een groot probleem. Niet per se die wallen zelf, maar vooral het slaapgebrek – waar die wallen vaak het gevolg van zijn. Anderhalf miljoen Nederlanders hebben problemen met slapen, las ik. Dat altijd-moe-zijn heeft een enorme impact op je leven. Jeroen zei me eens hoe verschrikkelijk het is om ’s nachts wakker te liggen, zijn draai niet te kunnen vinden. Die nachten duren dan uren en uren. En uren. Ook overdag zijn de gevolgen aanzienlijk: op je werk kun je minder presteren, bovendien heb je meer kans op een depressie. Maar het ergste vindt Jeroen dat hij altijd moe is. Gek wordt hij er soms van. Al-tijd op de achtergrond. (Zijn vrouw noemde ooit heel subtiel dat zijn lontje ‘soms wat korter is’.) 

 

Maar nu is er een soort doorbraak gekomen in het slaaponderzoek, waar de wetenschappers zelf van gaan huppelen; ze zijn een stap dichter bij de oorzaak van slaapproblemen. Wat ze ontdekten? Er bestaan ‘risico-genen’ in delen van de hersenen die spanning verwerken. Waar mensen die als een roosje slapen, de slaap gebruiken om lastige dingen een plek te geven, doen de Jeroennen onder ons dat minder goed. Bij hen stapelt de spanning op. Waardoor ze dus hun nachten behoorlijk goed kunnen navertellen. Ze kunnen er dus niks aan doen.

 

Nou, eerlijk gezegd weet ik niet of ík nou blij moet zijn met de uitkomst van dit onderzoek. Want, zo blijkt: het slechte slapen is deels genetisch. En laat mijn moeder nou … precies. Maar ik heb (nog) nergens last van. Sterker nog, ik noem slapen mijn beste vriend.

 

 

Maar mocht die erfelijkheid toch de hoek omsteken, dan weet ik in elk geval bij wie ik moet zijn om al die boeken over dit onderwerp te lenen. Want jee, mocht je nog eens (slapend) rijk willen worden, dan moet je daar het 2984e boek over schrijven. (En die boeken lijken dus allemaal op elkaar, hè? Met standaardregels als: de telefoon verbannen uit je slaapkamer, weinig drinken, veel sporten, regelmatig leven.) Want die slapelozers pakken natuurlijk elke strohalm aan om hun probleem te verhelpen.

 

Anyway. Om écht geholpen te worden, is het dus wachten op het vervolgonderzoek.

 

Tot die tijd, sweet dreams.

 

Door: Beatrijs Bonarius

Beatrijs Bonarius is tekstschrijver & eindredacteur. Een mediavreter, zoals ze zelf zegt. Met een vrolijke, scherpe blik – en dito toetsenbord – kijkt ze voor Franska naar de actualiteit.

Afbeelding van Beatrijs Bonarius