HELP! Ik lijk op m’n moeder

 

Wat was ik trots, die keer dat ik even op de ‘juwelen’ van m’n moeder mocht passen, omdat ze iets met een waterput moest doen en bang was dat haar spullen in die diepe put zouden verdwijnen. In het toenmalige Joegoslavië was het. Een ‘camping’ stelde het voor, maar het was niet meer dan een stukje berg met een muurtje eromheen en een waterpomp erop. Die op een gegeven moment niet meer werkte, omdat het waterpeil te laag was, waardoor je dus een emmer aan een touwtje moest laten zakken. Water ‘putten’ dus. Ik stond ernaast te kijken. Niet naar het putten, dat was weinig interessant. Ik keek vooral naar m’n arm, waar die doublé slavenarmband om zat. En die ring aan m’n hand. Voor een paar minuten was ik een echte mevrouw. Prachtig! Ik wist het zeker, ik wilde net zo worden als m’n moeder.

 

Op een gegeven moment keerde het tij. En vond ik natuurlijk alles stom wat m’n moeder deed. En als ik een ding niet wilde worden, dan was het net zo stom. Zal wel een typisch gevalletje van puberteit zijn geweest. Schijnt normaal te zijn. Gaat vanzelf weer over.

 

En weet je dat het nog veel gekker wordt? Ik zeg het maar vast, voor alle mensen die nu nog steeds geschrokken roepen: ‘Help ik lijk op m’n moeder…’ Want dat zie je echt gebeuren bij jezelf. Je gaat dingen net zo doen als zij. Niet alles, maar dingen. Juist die dingen die je vroeger zo opvielen. Dan schrik je. In eerste instantie. Maar wat dus nog veel gekker is, is dat je het op een gegeven moment, pakweg vijftien jaar later, ook nog heel erg leuk gaat vinden. Want dan ontdek je dat je moeder toch weer een beetje voortleeft in jou. Tenminste. Zo is het bij mij gegaan. Sinds een paar jaar ben ik erachter. En ik weet honderd procent zeker dat ik niet de enige ben.

 

 

Door Franska

Fotografie: Esmée Franken. Visagie: Charlotte van Gulik, Haar: Isabella Greuter