Flo komt logeren
Na 9 maanden en 18 dagen
Met de begeleiding neem ik het medicijn-toedien-schema door. Ik ben er helemaal uit. Ondertussen pakt Bel samen met Flo haar roze koffer in en buurjongen F. helpt mee. Naast de secuur geplaceerde badproducten proppen Flo en F. knuffels en leesboeken. Ze gaan door met het toevoegen van in hun ogen onmisbare items tot de koffer kreunt en knerpt van ellende.
In de auto moet papa worden gebeld. “Ik kom eraan, papa. Voor de pyjamapartIE!” De laatste toon houdt ze intens lang aan. De file-fee is ons gunstig gezind en we zoeven ondanks het tijdstip van vrijdagmiddag vier uur in een soepele beweging naar Haarlem. Daar worden koffer en knuffels met militaire precisie uitgepakt voordat de tafel wordt gedekt. We klappen voor Flo die voordat ze aan het eten begint haar antroposofische dank-spreuk zegt en storten ons dan op de frietjes en hamburgers.
Als de Liuk-ijsjes uit de vriezer worden gehaald is alles totaal als vroeger en bijna beter. Flo in bad doen wordt een sessie zo uitgebreid dat Cleopatra er nog jaloers van zou worden en als de film Ratatouille is afgelopen, is het bedtijd. Bij ons in bed willen we niet meer, dat hebben we eigenlijk veel te lang bezit van ons leven laten nemen. In het zolderkamertje boven bouwden we een knus kamertje met een heerlijk bed voor Flo. Daar gaat ze slapen. En na twee keer vragen, geven we ons over. Natuurlijk willen Iggy en ik best bij haar kruipen. En dan gebeurt het. Waar ik een tevreden snuffel en een zacht, romig armpje om me heen verwacht, zie ik een meisje met een verwarde blik dat ineens rechtop in bed zit. “Ik wil naar E.2” huilt ze.
Ze herhaalt steeds de naam van haar nieuwe huis; E2. Ik kijk naar Bel die nog even op het voeteneind is gaan zitten. Als er iets is op deze hele aarde wat we als aller-, allerlaatste hadden verwacht, dan was het dit. Het is natuurlijk goed nieuws, een prachtig teken, maar een aparte sensatie is het wel. Ons meisje heeft heimwee. Naar een ander huis. Ik moet er blij om zijn, maar een gek gevoel geeft het me wel.
De vrijdag erna ben ik mijn telefoon vergeten. En ik heb een heel druk programma in en rond Amsterdam. Terugrijden is geen optie. Ik heb Bel bij me dus noodzakelijke zaken kunnen geregeld worden, maar verder is het afkicken geblazen. Vijf uur lang kan ik Caren zorgt (het digitale zorgsysteem waarop begeleiders elkaar vertellen hoe de dag van Flo is verlopen) niet checken en vijf uur lang geen appjes sturen naar de dagbesteding of het huis van Flo om te vragen hoe mijn meisje het maakt. Ik zie het maar als een les van het universum om me te leren ook even uit te ademen en het los te laten. Ons meisje is in de beste handen, berust nou maar eens.
Thuis duik ik op mijn telefoon. En ja, een berichtje van E 2. En een gemiste oproep. Terwijl ik de trap naar mijn slaapkamer oploop om even rustig te kunnen bellen, druk ik al op het groene telefoon-icoontje. De begeleidster neemt meteen op. Flo heeft een heel goede dag gehad op dagbesteding, maar nu is ze erg onrustig. Ze wist niet wanneer ik zou komen en de begeleiding wist het ook even niet dus er was groot verdriet. “Ik wil naar mama!” Had ze steeds herhaald. Ik moet er natuurlijk niet blij mee zijn, maar een gelukkig gevoel geeft het me wel.