Een ezel stoot zich in het gemeen…

 

Ik kijk hem aan of ik water zie branden.

 

 

“Siepetie Pen?”, vraagt de man. Ik kijk hem aan of ik water zie branden. Ik ben net wakker, kan nog nauwelijks rechtop staan, voel een enorme druk op mijn slapen en moet dus meteen denken aan de hoeveelheid wijn die ik gisteren naar binnen heb gegoten. Ik ben dol op goede gesprekken – zeker als daar zo amicaal wijn bij geschonken wordt als deze meneer gisteravond deed – maar nu ben ik hem even hélémaal kwijt. Ik kijk hem dus wat glazig aan en kom niet veel verder dan een blik van “wie is u?” en een schorre “huh?”

“Siepetie Pen?”, vraagt hij nogmaals. En hij herhaalt het voor de zekerheid nog een keer, maar dan dwingend. “Siepetie Pen, Siepetie Pè-Hen!”, zingt hij.

 

En ineens weet ik het!

 

Ik heb het wéér gedaan! En waarschijnlijk zal ik het volgend jaar ook weer doen. Ik bedoel: een ezel stoot zich… enz. Maar ik dus wel! Ik heb ook nu weer gedaan alsof ik een talenwonder ben en heb deze man gisteren aangesproken in zijn eigen taal. Ik heb hem verteld dat wij hier 20 jaar geleden ook al kampeerden en dat we hem meteen herkenden. En voor je het weet zit je in dit soort landen dan aan de zure bommen, zoute worst, vette kaas en droge wijn.

 

Gisteravond ging het praten me wel goed af, maar nu ben ik net wakker. En nuchter ook! Misschien dat dat ook scheelt. Nu heb ik dus geen idee wat hij zegt en moet ik denken aan die ene keer in Griekenland. 

 

Die keer dat ik mezelf bijna heb moeten verdrinken om van de schoonmaakster van ‘ons’ huis af te komen. De man die het huis aan ons verhuurde had nog zó gezegd: “Ga niet met haar in gesprek.” “Ze spreekt geen woord Engels”, verduidelijkte hij. “En, ik weet niet hoe je Grieks is, maar knik en loop weg als ze je benadert, want je komt niet meer van haar af.”

 

 

 

Toch vind ik dat dan onvriendelijk

 

Dus dan zoek ik in een woordenboek wat woorden op als ‘goedemorgen’, ‘dank u wel’ en ‘fijne dag’. Vind ik aardig van mezelf. Maar daardoor dacht de dame in kwestie blijkbaar dat ik Grieks sprak – en 

op een ochtend was het zover. Ze vroeg me iets, en ik heb haar nooit duidelijk kunnen maken dat ik geen komma verstond van wat ze zei. Ze bleef de hele ochtend achter me aansjokken en pas toen ik aan de rand van het zwembad ging hangen en mezelf – terwijl ik haar aankeek – onder water liet zakken, en vijf minuten wegbleef, was ze verdwenen. 

 

En tóch spreek ik behoorlijk mijn talen

 

Zo heb ik mezelf trouwens ook een keer in de nesten gewerkt door tegen een zakenrelatie te roepen: “Thank you very much. And don’t worry hoor!”

“Whore … ??”, riep de klant beledigd. Ze dacht dat ik haar voor hoer uitmaakte.

 

Echt! Ik heb mijn school -Engels, -Spaans, -Duits en -Frans met pittige cursussen aangelengd voor een internationaal bedrijf waarvoor ik werkte. Maar “Siepetie Pen” was ik blijkbaar vergeten. Ik kende geen Siepetie en ik was het ook even helemaal kwijt, zo net uit mijn bed en bedenkend dat ik volgend jaar écht niet meer wilde kamperen met deze rug.

Maar mijn dochter – die toen net aan de middelbare school was begonnen – redde me! 

“Of je zes kleine broodjes hebt besteld”, zuchtte ze vanuit de binnentent.

Oooow … “Six petit pains.” Zeg dat dan!

 

 

 

 

 

Bij veel van wat ze dagelijks tegenkomt filosofeert én associeert Tineke (schrijfster/moeder/fotograaf/toneelregisseur/echtgenote) erop los.

Fotografie portret: Esmee Franken, Visagie Linda van Ieperen, Haarstylist Mandy Huijs