Even over Married At First Sight
In een andere situatie had ik Married at First Sight zomaar hebben kunnen overslaan. Het is niet een twee drie het soort programma waarvan ik denk: daar ga ik eens even voor zitten. Maar ik wilde JINEK zien en niets missen, dus het pruttelde vast op de achtergrond en toen dacht ik van alles. Van alles.
1. Iedereen huilt als hij zijn trouwpak aan heeft
Of het nou de bruid, de bruidegom, de zus, de moeder, het kind betreft: allemaal zijn ze ontroerd. Aanvankelijk vond ik dat op z’n zachtst gezegd frappant (want ik snap de ontroering eigenlijk alleen als het gaat om een gelaagde beleving, een huwelijk is geen suikerspin die je koopt), maar later begreep ik dat de ontroering vooral ligt in de wens getrouwd te zijn. De zoektocht naar het geluk en het idee dat, wie weet, wie weet, dat straks op je ligt te wachten.
2. Die trouwjurk
Er is dus een hoogblonde bride to be die nogal wat uurtjes op de stoel van tattoostudio heeft doorgebracht, maar dat desalniettemin niet vond conflicteren met een strapless met parels bezette, lelieblanke top. De rits kon niet dicht “vanwege die neptieten”.
3. Hoe leuk is Thierry
“Kan het nog ongemakkelijker?” vraagt Thierry als de ambtenaar van de burgerlijke stand hem voorstelt aan zijn aanstaande schoonmoeder en hem even de zus van zijn vrouw laat zien zodat hij een beetje een beeld heeft van wat hij kan verwachten van zijn vrouw waar het het uiterlijk betreft.
4. “Okselhaar en schaamhaar bij de man is echt een no-go”
Die opmerking kwam uit kamp hoogblond. In mijn tijd waren witte sokken de dealbreaker, nu is schaamhaar ineens de boeman.
5. Die familie
Die niet wil huilen vanwege de mascara en hun knapste pak heeft aangetrokken. Waarom huilen ze? Omdat ze het erg vinden dat hun dierbare het geluk niet op een andere manier heeft kunnen vinden? Omdat ze oprecht hopen dat de wetenschap de ware zal vinden?
Het is heel makkelijk om van alles te vinden van Married at First Sight. Er waren veel borsten, lippen, obscene beweginkjes links en rechts en grove grappen. Maar toch was er hoop. En geloof. En liefde. Misschien (nog) niet voor de huwelijkskandidaat, maar wel voor de achterban. De dochter die de bretels van haar vader een beetje stuntelig vastknoopt, de vader die zijn zenuwachtige dochter naar het altaar gaat brengen. “Je kan nog terug, maar dat doen we niet.” De zus die zegt dat ze ‘er echt heel mooi’ uitziet.
Ik vond het een circus, maar wel een lief circus. En ik kijk vanavond weer.