Even het nieuws doornemen
Sinds die afschuwelijke aanval van Hamas op 7 oktober is het natuurlijk ook onrustig in het andere Palestijnse gebied, de Westelijke Jordaanoever.
Mijn buurmeisje van zestien, net als iedereen geschokt door de beelden en verhalen uit het Midden-Oosten, vertelde dat zij zich eens ging verdiepen in de geschiedenis van het conflict tussen de Palestijnen en Israel.
De volgende dag kwam zij met haar conclusie: Natuurlijk moet er een plaats komen ergens in de wereld waar Joden veilig kunnen wonen na alles wat hen de afgelopen eeuwen is aangedaan, maar je kunt toch niet zomaar miljoenen mensen hun land afpakken om dat waar te maken?
In één zin de kern van het probleem. Als je daarbij bedenkt wat Israel sinds de oprichting van de staat de Palestijnen heeft aangedaan: telkens stukken land afgepakt, en die kolonisten hun – soms erg gewelddadige – gang laten gaan, muren om de Palestijnse gebieden gebouwd, officieel Palestijnen tot tweederangsburgers gedegradeerd, vooral door hun taal niet langer officieel te erkennen, bij wet te laten vastleggen dat de stad Jeruzalem, die voor beide groepen heilig is, geheel tot Israel moet behoren, dan is het onbegrijpelijk dat nog steeds veel mensen moeite hebben om beide kanten te verdedigen.
Natuurlijk heeft Hamas het laatste restje sympathie verspeeld door die gruwelijke aanval op Israëlische burgers, maar waarom moet daar een heel volk voor met de dood bedreigd worden?
In Duitsland, dat – terecht – gebukt gaat onder een enorm schuldgevoel tegenover Joden, wordt geen enkele uiting van begrip voor de Palestijnen geaccepteerd, voetballers die dat toch doen, raken hun plaats in het elftal kwijt.
Sociale media als Instagram bemoeilijken zelfs verspreiding van steunbetuigingen aan de Palestijnen.
Je ziet in Nederland een kentering ontstaan, zoals ik vorige week al schreef. Maar toch.
Ramsey Nasr hield een aangrijpend betoog bij Sophie & Khalid en in de NRC waarin hij aantoonde dat wij in Nederland nog steeds veel persoonlijke informatie krijgen over Israëlische slachtoffers, maar van Palestijnse slachtoffers nooit namen krijgen maar alleen aantallen. En die aantallen zijn groot, zeer groot.
Sinds die afschuwelijke aanval van Hamas op 7 oktober is het natuurlijk ook onrustig in het andere Palestijnse gebied, de Westelijke Jordaanoever. In twee weken zijn daar door Israëlische soldaten én door kolonisten ruim 50 Palestijnen gedood, van wie de helft kinderen.
Er waren bij die grens altijd Israëlische soldaten om de Palestijnse bevolking te beschermen tegen aanvallen door Israëlische kolonisten. Maar die soldaten zijn natuurlijk weggeroepen, zodat daar het geweld weer oplaait.
En nee, kolonisten die Palestijnse burgers doden, worden niet vervolgd; dat zou voor te veel onrust zorgen.
Door de pogrom van Hamas is een van de vaker genoemde oplossingen van dit conflict onmogelijk geworden. Dat Israëliërs en Palestijnen ooit samen in één staat vreedzaam samen zullen leven, is onvoorstelbaar.
Meer dan ooit zullen politici moeten gaan werken aan twee staten: Israël en een staat voor de Palestijnen.
Eigenlijk is er maar één persoon die hiermee een begin zou kunnen maken, de president van de Verenigde Staten, maar Biden is te zeer afhankelijk van die invloedrijke Joodse gemeenschap in Amerika om dat te durven.
Kan het nog erger? Jazeker, als Trump wederom gekozen wordt tot president. Dan kunnen wij elke hoop op een betere toekomst voor beide groepen laten varen.