Even het nieuws doornemen
‘De duivel schijt altijd op de grote hoop, kent u die uitdrukking?’ zou dominee Gremdaat zeggen.
Mijn moeder, lang geleden overleden, gebruikte die uitdrukking regelmatig, als weer eens bekend werd wie wel en wie niet in aanmerking kwam voor bonussen dan wel vrijstelling van belasting.
In dat opzicht is er de afgelopen decennia weinig veranderd. Veel deze week ging over geld. En dan vooral wie wel en wie niet profiteerden van de huidige zeer hoge inflatie.
En zoals mijn moeder al lang geleden wist te vertellen: weer scheet de duivel op de grote hoop. Bonussen waren er genoeg, maar voor loonsverhoging voor werknemers werd gewaarschuwd.
Klaas Knot, baas van de Nederlandse Bank, kwam op televisie vertellen dat werknemers er hoogstens 7% op vooruit mochten gaan, omdat wij anders in een of andere loon-prijsspiraal zouden terechtkomen. En dat woord loon-prijsspiraal sprak hij uit alsof het een enge ziekte was.
Nu weet Klaas Knot ongetwijfeld meer van prijzen en inflatie dan ik, maar als leek kan ik hem toch vertellen dat hij op alle vlakken verkeerd aan het voorlichten was.
De inflatie is rond de 10%, bij een loonstijging van 7% gaan werknemers er dus 3% op achteruit. Jazeker, ik heb nog tellen met een telraam geleerd en kan deze som uit mijn hoofd maken. Klaas Knot heeft blijkbaar met een veel modernere methode leren rekenen.
Wat minstens zo erg is, is dat diezelfde baas van de Nederlandse Bank suggereerde dat banken en bedrijven in de problemen zouden komen, als de lonen gelijk met de inflatie zouden stijgen.
Ik geef je een voorbeeld waaruit je kan afleiden dat de grote banken echt heel zielig zijn.
De ING toverde 1,5 miljard uit de hoge inflatiehoed voor de aandeelhouders, en verhoogde tegelijk de kosten voor de klanten.
De winsten van het bedrijfsleven stegen door de inflatie met bijna 11 miljard, de lonen met nog niet de helft.
Wat in coronatijd bleek, blijkt ook bij de inflatie: de rijken worden rijker, de armen armer. Er is zelfs een woord bedacht voor het gedrag van de grote bedrijven: graaiflatie.
Over geld gesproken, op de derde woensdag in mei, afgelopen 17 mei dus, vertelde de Rekenkamer hoe de ministeries met hun geld zijn omgegaan. Het goede nieuws: twee ministeries hebben hun uitgaven redelijk onder controle. Het slechte nieuws: de andere tien ministeries maken er zozeer een potje van dat zij hun naam zouden moeten veranderen in ‘mysteries’. Van vele miljarden, van ons belastinggeld, kunnen zij niet uitleggen waar het gebleven is.
Daarnaast blijken de ministeries gezamenlijk – tegen alle afspraken in – vorig jaar 2,7 miljard te hebben uitgegeven aan externe partijen. De uitleg: als ambtenaren klaar waren met hun rapport lieten de ministers datzelfde rapport nog eens bekijken door consultants en accountants van bedrijven als KPMG, PwC en EY. Die vragen daar vele honderden euro’s per uur voor. Jazeker, mijn moeder had dat goed gezien.
Een bijzondere voorval over geld en kabinet kwam vanmorgen naar buiten. Shell wil op de Tweede Maasvlakte de grootste groene waterstoffabriek van Europa bouwen. Voor zo’n project kan je subsidie krijgen uit Brussel, maar dan moet je wel aan een aantal voorwaarden voldoen. En daar had Shell nogal wat steken laten vallen.
Dus wat deed Shell? Een feestje geven waarbij hun grote vriend Mark Rutte eregast was, en hem daar vragen of hij die subsidie alsnog kon regelen. Bij Shell zitten geen ouders van het toeslagenschandaal, dus dat werd inderdaad geregeld. Shell krijgt 150 miljoen subsidie.
Zou Shell eigenlijk failliet zijn gegaan zonder die subsidie? Ik heb het even voor je opgezocht. Vorig jaar was de winst van Shell een record: 38,5 miljard euro.
Toch weer diezelfde duivel die op de verkeerde plaats zijn behoefte doet.