Enige vrijgezel in je vriendengroep
Vrijgezel zijn vind ik helemaal niet zo erg. Ik ben gelukkig met m’n leven, m’n huis en m’n vrienden.
Zo boekte ik vorig jaar zomaar omdat ik er zin in had een vakantie naar New York met een vriendin. Zonder overleg met iemand, geen verantwoording, gewoon: boeken. Nu ben ik ook wel heel kieskeurig qua mannen (gelukkig weet ik dat van mezelf), dus je moet wel van goeden huize komen wil je je in mijn leventje wringen. Het klinkt bijna arrogant zo, maar ik vind wel dat een relatie een toevoeging moet zijn aan je leven, niet een absolute noodzaak. Mijn leven is leuk zo en blijft dat, ook zonder relatie.
Maar om me heen zie ik deze instelling steeds minder. Iedereen – behalve ik – heeft een relatie in mijn oudste vriendinnengroep. Begrijp me niet verkeerd: ze hebben stuk voor stuk leuke jongens aan de haak geslagen, maar toch begint zich langzaam maar zeker een soort kloof te vormen. Aan de ene kant de bezette dames, aan de andere kant de vrijgezellen. Dat is in dit geval bijzonder ongunstig, aangezien die vrijgezellenkant uit één persoon bestaat: moi. En het is niet eens dat ik een wilde vrijgezel ben. Sterker nog, ik denk dat ik net zo goed het klooster kan ingaan als je kijkt naar hoe weinig ik date.
En door die kloof merk ik dat de vooroordelen ook steeds groter worden. Zo wordt er standaard elke vrijdag en zaterdag van uitgegaan dat ik niet mee kan eten omdat ik wel weer in de kroeg zit te hangen. Dat dat echt niet het geval is (ik hou van bankhangen) en dat veel van mijn kroegavonden óók ontstaan bij gebrek aan alternatief komt vaak niet bij hen op. Dus bij dezen vooroordeel 1: een vrijgezel gaat dus níet pas slapen als hij/zij alle sterren heeft gezien. En een vrijgezel vindt een avond bankhangen met vrienden heus net zo leuk.
Het absolute toppunt was twee weekenden geleden. Een vriend en ik zaten voetbal te kijken (hup dames) toen we besproken wat ‘de rest’ aan het doen was. Nu bekende ik gelijk dat ik dat niet wist, want meegevraagd word ik toch niet. Hij had echter wel rondgevraagd, maar drie stelletjes hadden een ‘driedubbeldateborrel’: hij was dus niet welkom. Eh, wat? Ik ben echt heel benieuwd wat hier dan wordt besproken waar de singles niet bij mogen zijn. En yes, de kloof wordt groter. Vooroordeel numero dos: vrijgezellen kunnen best meepraten over relatieonderwerpen (wat blijkbaar een ding is). Onze interesses zijn waarschijnlijk nog steeds hetzelfde, want we zijn al jarenlang vrienden. En daarbij: ook júllie waren ooit vrijgezel. En volgens mij is een relatie niet een exclusief clubje waar ik niet bij mag horen.
Vooroordeel nummer 3. Dat kan natuurlijk een beetje variëren per persoon, maar als het op mij aankomt – ik benoemde het wel even – is het vrijgezellenbestaan allesbehalve wild. Geen polonaise aan mijn lijf, geen wildvreemde mannen waar ik naast wakker word. Nog sneuer, er is niet eens een man naast wie ik wakker word. Maar mocht dat nou wel het geval zijn, so what? ‘Vroeger’ ging het merendeel van de gesprekken over scharrels, (mislukte) dates en verliefdheden. Omdat er nu sprake is van een steady relatie mag daar nog steeds wel over gesproken worden, toch? Ook al is het in mijn geval één persoon die daarover spreekt.
Dat dit een groeiend fenomeen is, moge duidelijk zijn. In 2014 wijdde de Volkskrant er al een artikel aan. Zij noemden het ‘singlisme’. Toegegeven: dit ging vooral om het discrimineren van singles wat betreft huurwoningen (ook een vooroordeel: singles zijn luidruchtiger, wilder, geven te veel feestjes en zijn dus niet optimaal als huurders – ook niet waar). Maar dat singlisme, dat voel ik in vriendengroepen zeker, dus dat ga ik maar eens aankaarten ook. Maar me eerst eens bezatten in de kroeg, want het is vrijdag natuurlijk. Oh nee, grapje, ik heb vanavond gewoon weer een date met Netflix. En m’n kat. Ja jongens, het vrijgezellenbestaan is me toch wild.