Trillend achter het stuur
Of Eugenie nu in recordtijd alle schepen achter zich verbrandt en met haar gezin naar Mexico-City emigreert waar ze huisvrouw met chauffeur wordt, of in Nederland voor een armlastige kinderhulporganisatie werkt en met haar geliefde el señor een boutique-hotel runt: saai is het zelden!
Gloednieuwe chauffeur Feliciano is al beneden in de garage om de voorbereidingen voor zijn eerste rit te treffen. Hij zat om acht uur al aan de eettafel, klaar voor vertrek. Rijkelijk vroeg want we hoeven er pas om half tien te zijn.
‘Dat zou ik anders doen, hoor’, adviseert mijn moeder. ‘Je wilt zo’n man toch niet zo vroeg al midden in de woonkamer hebben?’ Geen idee eigenlijk. Over mannen die ik al vroeg in de woonkamer wil hebben. Ik heb andere zaken aan mijn hoofd. Waar is ook alweer het briefje met het adres van school, wat is het telefoonnummer van ons huis, hebben we de traktatie en is Ceesje nog intact/zijn zenuwen de baas?
We kunnen. Van iedereen die zenuwachtig is, spant er eentje de kroon. Feliciano stapt trillend achter het stuur. Ik zit naast hem, mama en Cees zitten achterin. De plaatsvervangende zenuwen gieren opeens door mijn keel. O my, dadelijk heeft hij geen rijbewijs, schiet er door mijn hoofd. De guard kijkt argwanend toe. Stoepveger José bekijkt het tafereel minzaam lachend van onder zijn boom. Er is duidelijk al een pikordegevecht gaande, en Feliciano lijkt voorlopig nog het onderspit te delven.
Wat ontzettend zielig voor hem. Ik knik hem bemoedigend toe en kijk lachend alles-picobello-in-orde-hierbinnen uit het raam. Feliciano geeft hortend en stotend gas en opeens schieten we de straat op. Na een aantal minuten worden zijn bewegingen langzaam vloeiender. Ik ben blij voor hem en begin een beetje te ontspannen. Volgens el señor is de route naar school heel eenvoudig, een opmerking die hij gepaard liet gaan met het opsommen van vele straatnamen en aanwijzingen, die helaas door mijn brein niet ontvangen kunnen worden.
Zijn ogen maken zoekende bewegingen, hij twijfelt bij een afslag
We zijn een kwartier onderweg en ik wil net wat meer achterover gaan zitten, als Feliciano naar voren helt. Hij mindert vaart en tuurt over het stuur. Zijn ogen maken zoekende bewegingen. Hij twijfelt bij een afslag, maar besluit toch rechtdoor te rijden. Om vervolgens vier keer achter elkaar rechts af te slaan zodat we weer op hetzelfde punt uitkomen. Dan stopt hij, opent het raam en roept iets naar een voorbijganger. Kennelijk handelingen die mijn moeder niet kunnen overtuigen van zijn bestuurderstalent.
‘Eus, ik denk dat hij analfabeet is’, concludeert ze kort door de bocht. ‘Nee, volgens mij niet,’ verdedig ik Feliciano, ‘want hij lijkt wel de bordjes te lezen.’ Maar goed, dat is nog geen verklaring voor de rest van zijn gedrag. Dat vindt ook mijn moeder: ‘Dan is er iets anders mis.’
Hoewel ze gelijk heeft, of waarschijnlijk omdát ze gelijk heeft, probeer ik haar heel wereldwijs teug in haar hok te loodsen.
‘Dat is vast een speciale tactiek, steeds een andere afslag nemen. Om kidnappers op een afstand te houden. Dit is een professionele chauffeur, hij doet dit al jarenlang. Heb jij zelf een chauffeur gehad, dat je het zo goed weet?’
Hoe dan ook. Hij heeft een heel gezellige trui aan en ik heb een soort van medelijden met hem. En, ook niet geheel onbelangijk, hij heeft ondertussen kans gezien onze bestemming veilig te bereiken. Een lief, geel gebouwtje staat te glimlachen in de zon. Mijn kleine mannetje gaat voor het eerst naar school!
Eugenie van Stratum is communicatiemanager. Moeder en echtgenote. Ze leest en schrijft. Eet en drinkt (niet altijd in gepaste hoeveelheden). Doet aan pilates. Bezwijkt regelmatig voor ongecontroleerde actie.
Portretfoto: Natalie Leeuwenberg