De duivel die zelf­medelijden heet

 

Het is zondagochtend. Het is 24 graden. Andere gezinnen fietsen gezellig naar het strand. Elise zit in met haar kinderen een scharrig donker hol.

 

Toen V&D in het scharrige winkelcentrum bij ons in de buurt nog bestond, kwam ik er vaak en graag met mijn spastische zoon. We gingen altijd meteen door naar boven. Op het eerste gezicht leek zich daar een opslagplaats voor zware, donkere stoelen te bevinden maar het was toch echt een La Place. Met meubilair in dusdanige staat van vergane glorie dat Ties er met zijn hoofdbestuurbare elektrische rolstoel weinig kwaad kon.

 

Ties kan zichzelf op geen enkele manier zelfstandig vermaken. Hij kan nog geen viltstift vastpakken, laat staan er wat mee doen en binnenshuis elektrisch rijden verveelt snel. De televisie staat voor hem vaker aan dan mij lief is en de weekends zijn lang. Maar hier was hij in z’n element.

 

Een keer, op een bloedhete dag zat ik er met Ties en zijn toen vijfjarige zusje. Loes kreeg zoals altijd een chocoladelolly, omdat ik wil dat ze later terugdenkt aan ’die leuke uitjes waarbij ik een chocoladelolly kreeg’ en niet aan ’dat troosteloze restaurant waar ik altijd naartoe moest vanwege mijn gehandicapte broer’. We hadden het rijk alleen – als je de oudere vrouw in scootmobiel met halve liter fles wijn niet meetelde. Ties slalomde doltevreden door het stoelenlabyrint, ik keek ontspannen toe.

 

Toen ik een kennis bij de kassa ontwaarde, sloeg mijn ontspanning om in schaamte.

 

Toen ik een kennis bij de kassa ontwaarde, sloeg mijn ontspanning om in schaamte. Wat dóe ik hier in dit donkere hol? Het is zondagochtend. Het is buiten 24 graden. Mijn dochter likt aan een chocoladelolly en lurkt aan een Fristi met feestrietje terwijl mijn zoon met veel lawaai vier stoelen tegelijk verplaatst.

 

De kennis zwaaide wat verbaasd naar ons, betaalde een zak koffiebonen – voor gewone stervelingen de enige legitieme reden om hier te zijn – en wist niet hoe snel ze weer naar buiten kon rennen, de zon tegemoet.

 

De duivel die zelfmedelijden heet, tikte op mijn schouder. ‘Ja, dat doen normale mensen op zo’n mooie dag hè? Gezellig in de tuin koffie drinken. Van verse bonen. En daarna fietsen ze met hun kinderen lekker naar het strand. Wat ga jij straks doen? Je spastische zoon zeker weer eindeloos voor de tv zetten?’

 

Op dat moment kwam er een ouder echtpaar het restaurant binnen, met tussen hen in hun volwassen zoon. De broek opgetrokken tot ver boven het middel, de blik geconcentreerd op zijn wiebelige dienblad. Af en toe stootte hij een kreet uit. Toen ze langs schuifelden, keek de vrouw even op. We knikten elkaar toe met iets dat op bemoediging leek.

 

 

 

Elise van der Velde is freelance copywriter, schrijft zich een slag in de rondte en probeert dit alles zo gracieus mogelijk te combineren met haar gezin van vijf. Geen huisdieren, dat moest er nog bijkomen.

 

witte-balk-met-bol-elise