Elfstedenkoorts

Komend weekend is het prachtig warm bijna-lente-weer. Opnieuw geen lange vorstperiode in het vooruitzicht, tot groot verdriet van de nieuwe generatie schaatsers. Want er heeft nog nooit zoveel tijd tussen twee Elfstedentochten gezeten. Ruim achtduizend dagen inmiddels. De laatste tocht der tochten vond ruim tweeëntwintig jaar geleden plaats: in 1997…

 

Mijn schoonfamilie houdt van sport. Schaatsen op natuurijs staat met stip op nummer een. Ze worden altijd nogal opgewonden als het een aantal dagen achter elkaar kneiterhard gaat vriezen. Want wanneer is het ijs dik genoeg om daadwerkelijk te gaan rijden?
 

Wie kent er niet iemand die ‘m heeft gereden? Dat zijn winnaars voor het leven. Ademloos wordt er naar hen geluisterd. Mijn schoonvader heeft tijdens de Hel van ’63 bijna de finish gehaald, maar is voortijdig van het ijs gehaald. De weersomstandigheden waren toen zo slecht dat het te gevaarlijk was om door te rijden. Inmiddels zijn mijn meneer en zijn zussen oud genoeg om deze tour op eigen kracht volledig uit te rijden. Dat schaatsen zit blijkbaar zo in de genen, want ook zij hunkeren naar deelname aan die legendarische Elfstedentocht. 
 

Net zoals zoveel Nederlanders hopen zij ‘m ooit in hun leven nog te kunnen rijden. Mijn schoonzus is er zelfs voor naar de Weissensee gegaan. Op een koude winterdag in februari heeft ze daar in Oostenrijk de ruim tweehonderd kilometer lange alternatieve Elfstedentocht op de schaats afgelegd. Bijna net zoals de echte, maar dan zonder het klunen in Bartlehiem. 
 

En daar gaat het de meeste rijders natuurlijk om, om de heroïsche verhalen over talrijke scheuren in hobbelig ijs en de stormachtige oostenwind. Over de start in de Leeuwardense Zwettehaven met koers richting Sneek. De stempelposten en de eindeloze Workumer Trekvaart. Het is een grote adrenalinekick van jewelste.

 

En dan die gekte langs de kant van het ijs. Die eindeloze stroom van toeschouwers die zelfs de langzaamste schaatser nog vooruit weten te brullen. ‘Kom op, het is nog maar een klein stukje.’ Overal dweilorkesten. Carnaval op zijn best. Wat is dat toch…
 

Maar voorlopig blijft het voor hen een droom om hem te rijden, bij gebrek aan ijs. Maar ja, wanneer dan? Alles wat ze nodig hebben is een periode van vijftien dagen vorst, met een gemiddelde temperatuur van -4,2 graden. Morgen wordt het in Leeuwarden 11 graden. ‘It giet wer net oan’… 

Door: Irene Smit

Irene is redacteur bij Franska.nl. Met haar man, twee pubers en een teckel woont ze in Haarlem. Ze zou graag willen zingen als Ella Fitzgerald en koken als Nigella Lawson. Tot het zover is, blijft ze lekker schrijven over allerlei zaken die haar verbazen.

Afbeelding van Irene Smit