Eigen schuld, maar geen dikke bult
En? Hoe doorsta jij al dat thuiswerken? Komt het jou ook al de neus uit?
Ik hoor erg veel mensen mopperen dat ze het behoorlijk zat zijn, die stomme beeldvergaderingen en laptopoverlegjes. Dat thuistikken, de slaapkamerconferenties en het schermonderwijzen via keukentafelmeetings: het komt iedereen behoorlijk de strot uit als ik het zo beluister.
En mij ook hoor, dat wil ik best toegeven. Maar heel lang kon ik tegen mezelf dan zeggen: niet zo zeuren Tien! Je hoort huismannen en -vrouwen toch ook niet mekkeren? Die werken altijd thuis. Want daar staat nou eenmaal dat te verschonen bed, en wonen die te verzorgen kinderen. Daar ligt die berg met wasgoed in de hal, of wonen die te begeleiden ouders in de buurt.
Maar ik weet ook nog – toen mijn kinderen klein waren ben ik namelijk een paar jaar thuis gebleven – dat ik toen boodschappen kon gaan doen wanneer ik maar wilde. Of koffiedrinken wanneer het mij uitkwam. Och, wat lekker was dat toen. Niks geen deadlines, mondkapjes en afspraken in winkels. Gut, wat was dat fijn hè?
En al werd ik toen door sommigen gezien als ouderwetse tuttebol – omdat ik thuisbleef voor onze kinderen en (in hun ogen) dus afhankelijk leek van mijn partner – ik trok me daar niets van aan. Mijn partner vond juist dat hij afhankelijk was van mij, waar het de zorg voor onze kinderen betrof. En voor het schoonhouden van ons huis hoefden wij niemand in te huren. Wij zagen oprecht de toevoeging niet van anderen inhuren om voor onze kinderen te zorgen, en ik die dan geld zou gaan verdienen in de zorg. Geld dat dan weer rechtstreeks werd overgemaakt naar de mensen die voor onze kinderen en het huishouden zouden zorgen. En ik zag de logica van op die manier de eerste stapjes van mijn kinderen te moeten missen al helemáál niet. Dus zolang het financieel kon (en ik me niet verveelde) ben ik lekker thuisgebleven. Pas toen de kinderen allebei op de basisschool zaten, ben ik me weer betaald buitenhuis gaan vermaken in de uren die ik overhield en moesten de instellingen waar ik als vrijwilliger bijsprong weer op zoek naar iemand anders. En toen mijn kinderen naar de middelbare school gingen, ben ik steeds meer uren gaan werken en moest de basisschool weer op zoek naar een andere luizenmoeder, bibliotheekhulp, bestuursvoorzitter, enzovoort. Tot de kinderen het huis uitgingen en ik zo’n beetje weer fulltime werkte, van niemand meer afhankelijk was en niemand meer van mij.
Of, nou ja… mijn baas was natuurlijk wel afhankelijk van mijn inzet. En ik weer van zijn vermogen om mij daarvoor te betalen. Eigenlijk is iedereen wel afhankelijk van íets, al was het maar van het weer, en is iedereen in zekere mate ook afhankelijk van anderen, al was het maar voor een beetje aandacht en liefde. Ik heb er dus nooit zo mee geworsteld dat ik soms thuis werkte en soms weer even buiten de deur.
Maar nu wel! Met dat alleen nog maar thuis mógen werken worstel ik wel. Want als nu mijn werk niet lukt, is het alleen nog maar míjn schuld. Vroeger kon je op de werkvloer nog weleens mopperen dat je last had van falende computersystemen of een te laat geleverde lading met kantoorbenodigdheden. Last van de vaatwasser die niemand anders uitruimde, een collega die je afleidde of een baas die weer zat te zeuren. En als je parttime werkte, riep je thuis weleens dat ze ook rekening moesten houden met jouw werk en op je werk moesten ze helaas soms rekening houden met jouw kind dat moest afzwemmen of worden ingeënt. Maar nu? Ik heb niets of niemand in de weg zitten en als mijn werk nu niet opschiet is het dus volledig mijn eigen schuld.
Hmmm… Zal ik nog een baby nemen?
Of zal ik maar gewoon wachten tot we straks weer af en toe naar de redactie mogen?
Jaaaaa… dat laatste lijkt me beter!