Een wonderlijke wereld van syndromen

 

Gisteren stuurde Franska me een mooie foto van een zonsondergang. ‘Ik hoop niet dat ik nu last krijg van het Stendhalsyndroom’, appte ze. Huh? ‘Wasdat?’ vroeg ik.

 

Welnu: als je wordt overrompeld door iets van onvoorstelbare schoonheid, een zonsondergang of een prachtig kunstwerk, dan kun je zomaar duizelig worden, een snelle hartslag ontwikkelen, verward raken en flauwvallen. Als dat gebeurt is het dus een gevalletje Stendhalsyndroom. Ik bedacht dat mij dit nog nooit is overkomen, terwijl ik toch schitterende dingen heb gezien in mijn al best lange leven. Wie weet nog dat de Beatles naar Amsterdam kwamen? Ik spijbelde, om erbij te kunnen zijn. Ik meen dat het op een zaterdag was, toen moesten wij nog naar school. Ja ja, dat was pas afzien, je hield geen fatsoenlijk weekend over. Om mij heen vielen er inderdaad meisjes flauw. Bezwete gezichten, veel geschreeuw en hoppa, daar ging er weer eentje tegen de grond. Dat vond ik toen aanstellerij, al hebben we wel iemand overeind geholpen en in een café water laten drinken. En de Beatles waren ook zo weer weg in die boot, achteraf een ervaring waar ik buiten had gekund. Ik geloof niet dat er toen iemand overleden is. Gelukkig niet. Maar het was vast dit Stendhalsyndroom.

 

Als je flauwvalt bij Mona Lisa (ik vind dat het meest overschatte schilderij ter wereld), moet dat toch serieus worden genomen. Je zal er maar in blijven, na het aanschouwen van iets schitterends.  Bagatelliseren is dus niet aan de orde. Wel tel ik mijn zegeningen, want hoe vaak ik mooie dingen heb gezien… ontelbaar. Dat brengt me bij mijn PTD, ofwel Palm Tree Deficiency. Een palmbomentekort. Geen syndroom, nog niet. Dan moeten er eerst aantoonbare gevallen van flauwvallen vastgesteld worden, denk ik. Maar o, wat mis ik palmbomen, die ik associeer met zon en vrolijkheid.

 

En o ja, ik heb nog iets. Ook al niet vergelijkbaar met een syndroom, want dat klinkt toch medisch. Alsof er onmiddellijk aan gesleuteld zou moeten worden. Een ED. Een Elephant Deficiency. Olifantentekort. Altijd als ik ze weer zag, in Zambia, werd ik blij. Dat verrukkelijke oerbeest met zijn afgezakte broek, het sociale dat een olifant in zich heeft, prachtig. Ik mis ze, nu we Nederland beter niet kunnen verlaten. Daar heb ik vrede mee. Maar ik zal de dag zegenen als ik ze weer zie. Ze staan wat mij betreft met stip op één qua schitterende ervaringen waar je best flauw van zou kunnen vallen. Op twee komen de palmbomen. En op drie? De geuren en de kleuren van de Afrikaanse bush. Voorlopig moet ik het doen met mooie dingen in Nederland. Die zijn er ook. Zeker vandaag, nu de zon zo uitbundig schijnt. Over vier maanden komen er weer blaadjes aan de bomen. Dan is er wellicht een goedwerkend vaccin en is Trump hopelijk weg. Voor die laatste twee dingen val ik met liefde een keer flauw. Al zal het dan wel niet Stendhalsyndroom heten. Een WUOT-syndroom misschien? Weer Uitzicht Op Toekomst.

 

Door: Wieke Biesheuvel

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.

Afbeelding van Wieke Biesheuvel