Een regenboog
van liefde
Boven een zee van onvoorwaardelijke verdraagzaamheid
Er stond een grote regenboog van liefde afgelopen zaterdag tijdens Gay Pride – een regenboog van liefde boven een zee van onvoorwaardelijke verdraagzaamheid. Waar drag queens een paar dagen eerder nog werden geweigerd door taxichauffeurs, wachtte hun nu applaus en bijval. Homo’s en lesbiennes mochten een week lang ongestoord zijn en transgenders werden omarmd door een uitbundige roze menigte. Ik voelde me de hele dag blij en trots. Blij omdat de liefde zonder voorbehoud gevierd mocht worden en trots dat dit in mijn stad, mijn land, zomaar kan en mag.
Enkele honderdduizenden mensen die samenkwamen om te feesten tegenover maar veertien aanhoudingen. Dan moet het toch gewoon kunnen, vrede op aarde? Maar na zaterdag werd het gewoon weer zondag. De straten van de binnenstad waren in een paar uur tijd schoongeveegd door de bezemwagens van de stadsreiniging en zondag zag het eruit alsof er niets gebeurd was. Ik was bang dat dat niet alleen maar zo leek. Ik was bang dat dat zo was.
Want we vierden de liefde al meer dan twintig keer eerder. Meer dan twintig roze regenboogweken waarin gelijkheid werd bepleit en uitgedragen. De eerste agenten die openlijk zichzelf stonden te zijn, de eerste politici, de eerste Turken, de eerste Iraniërs. Meer dan twintig jaren van het omver schoppen van heilige huisjes, jaren van goede hoop en goede voornemens. Meer dan twintig canal prides die geruisloos overgingen in weer een gewone zondag met schone straten alsof er niets gebeurd was. Niets gebeurd en niets veranderd. Homofoob geweld is toegenomen. Gewoon in mijn stad en in mijn land kunnen mensen van hetzelfde geslacht niet hand in hand lopen zonder over hun schouder te kijken en worden drag queens met hun mooiste jurk zonder pardon geweigerd als ze in een taxi willen stappen.
Vandaag is het maandag. De maandag na gay pride. De maandag waarop drag queens hun creaties weer veilig opgeborgen hebben, politici zich weer schuilhouden achter hun politiek, agenten weer terug in hun hok zijn en Iraniërs weer terug in de kast.
Voor mij maakt het geen verschil, het over straat gaan op afgelopen zaterdag of op deze maandag. Voor mij geldt nooit dat ik over mijn schouder hoef te kijken als ik hand in hand loop met de man van wie ik hou. Voor mij geldt dat ik elke dag van de week en van het jaar mag zijn wie ik ben. Gewoon in mijn stad en gewoon in mijn land. Voor mij staat er altijd een regenboog van liefde boven een zee van onvoorwaardelijke verdraagzaamheid.