Een ongewenst souvenir

 

Het was een heerlijke vakantie.

 

 

 

De uithuizige zonen waren alle twee mee, er was verse sneeuw gevallen, de zon had geschenen, we hadden dagelijks geluncht op de berg met spaghetti aglio e olio en ein großes Weißbier voor de jongens en Aperol Spritz voor mij. We hadden iedere avond een spelletje gespeeld, er waren tot laat gesprekken gevoerd over de aanstaande verkiezingen en de oplossing voor de kansenongelijkheid en de dochter had in mijn oor gefluisterd dat ze het zo knus en vertrouwd vond om weer met z’n drietjes op één kamer te slapen.

 

Kortom, het ideale plaatje in mijn hoofd was volledig ingekleurd.

 

Mopperen over wat dan ook zou zeer ongepast zijn. Ook toen de man op de een na laatste dag op mijn verzoek in de app dook om te checken hoe laat onze trein terug precies zou gaan en ik zijn gezicht allerlei verontrustende grimassen zag trekken. Ook toen probeerde ik me te focussen op nog een paar lekkere uren op de piste, in plaats van een of andere onheilstijding.

 

Vooraf had ik nog zo lopen opscheppen over het reizen via het spoor. Het was klimaatneutraal en bovendien reuze comfortabel met die Nightjet. Op de cadans van de rijdende trein viel je op de banken die je tot bedjes kon omtoveren zo lekker in slaap waardoor je uitgerust en met een schoon geweten aankwam op de plek van bestemming.

 

Waarom zou je dit hondeneind zelf nog rijden?

 

Op de heenreis hadden we wij vijven in de coupé van zes meteen een gezellige klik met ene Zoë, die psychologie had gestudeerd en met wie mijn dochter en ik al na een half uur in een persoonlijk gesprek verzeild raakten. In de ochtend kregen we vers afgebakken broodjes met jam en een kopje oploskoffie geserveerd, allemaal inbegrepen bij die schamele prijs van 500 euro voor het hele gezin! Hoe bestond het eigenlijk?

 

Nou, het bestond ook niet. Tot zijn schrik en schaamte ontdekte mijn lief vlak voor we de gondel omhoog namen dat de tickets voor de terugreis niet verder reikten dan Innsbruck.

 

Er wás dus nagenoeg geen terugreis.

 

Met trillende handen en wat nerveus gestamel probeerde de pater familias via de NS Internationaal-app naar treinverbindingen te zoeken. Vrijwel alles zat vol. Zo kwam het dat wij uiteindelijk met zes keer overstappen in twintig uur voor 700 euro extra, rechtop zittend naar Nederland boemelden. Op station Frankfurt hadden we tussen 0.35 en 3.13 uur nogal ruime overstaptijd die we stuksloegen in een nabijgelegen hotel waar dronkaards buiten stonden te lallen. Ik besloot het te zien als een avontuur waar je later een goed verhaal over op kon dissen.

 

Brak was de maandag maar wat humeurig werd ik pas in de rij bij de apotheek. Na het draaien van drie vakantiewassen had ik mijn haar toch maar eens zorgvuldig uitgekamd.

 

Het was alweer heel wat jaren geleden en mijn ogen zijn behalve minder geoefend ook gedegradeerd naar plus twee. Mijn vermoeden werd dus pas bevestigd toen ik de foto’s die ik had gemaakt van wat er in die wasbak lag, uitvergrootte en door mijn leesbril bestudeerde.

 

Reizen met de trein raad ik je nog steeds van harte aan, mits je op tijd en zorgvuldig boekt (dan is het ook goedkoper, echt!). Het huren van een skihelm daarentegen is iets dat ik ga heroverwegen.

Door: Esther Goedegebuure