Een lichtend voorbeeld
Er is bij ons een nieuw lichtplan aangelegd. Dat was wel een gedoe als ik de installateur zo hoorde.
‘Mopper-de-mopper, wie heeft het originele lichtplan hier ooit aangelegd?’
‘Mopper-de-mopper, wie heeft deze idiote lampjes uitgevonden?’
‘Mopper-de-mopper, waarom is die balk daar zo gemonteerd?’
‘Mopper-de-mopper, waarom hebben ze in die winkel niet gezegd dat het zo helemaal niet kan?’
Nou ja, je weet wel hoe dat gaat bij mannen waarbij iets niet helemaal lukt. Maar na veel vijven en zessen gebeurde het dan toch: er was licht!
Tot de volgende dag. Zucht. Dus de installateur maar weer gebeld.
Hadden we wel stroom? Ja, dat hadden we.
Lukte het ook niet als we…? Nee, dan deden de lampen het ook niet.
En ook niet als we…? Nee, dan nog steeds niet.
Nou, dan kwam ie wel weer langs. Zucht.
En toen hij er was, legde hij uit dat het allemaal kwam omdat we “zelflerende” lichtknopjes hadden.
Zelfle… Wat??? Ja, echt. Die bestaan dus! Knopjes die op elkaar afgestemd moeten raken door ervaring. Omdat we op meerdere plekken het licht willen kunnen aan- en uitdoen, wilden we gewoon van die ouderwetse hotelschakelaars hebben. Je doet dan bijvoorbeeld beneden het licht aan voor boven, en als je gaat slapen hoef je dan niet weer de hele trap af om het licht uit te doen, want daarvoor zit boven dan ook een knopje. Vraag ik iets geks?
Nee, toch? Ik vond zelf van niet.
Maar daar dachten de installateur en de knopjes dus anders over.
‘Die knopjes moeten nog even leren wat ze allemaal kunnen’, legde de man uit.
‘Aan is aan, en uit is uit’, riep ik nog richting de schakelaars. Maar dat was te simpel. Ze moesten leren met welk ander knopje ze in verbinding stonden, en wat dimmen was, wat zoal de dimstanden waren, en wanneer wie wélk werk moest doen.
‘Maar dat laatste leg ik ze wel uit door erop te drukken,’ protesteerde ik nog. ‘Ze hoeven niets te doen als ik niet op ze druk, of aan ze draai’, trachtte ik nogmaals te duiden aan zowel de knoppen als de installateur. Maar ze keken me allemaal aan alsof ik gek was.
‘Druk jij hem daar aan, dan druk ik hem hier weer uit!’ Dat was de opdracht, die ik zevenenveertig keer netjes vervuld heb. Boven, beneden, aan het begin van de gangen en aan de einden. Zo zouden de kopjes doorkrijgen hoe het allemaal werkte.
Ik vond het maar raar, want vroeger werden knopjes al intelligent geboren. Toen wisten ze vanaf dag één al wat ze moesten doen. Maar de mens gaat ook achteruit, dus waarom knopjes niet? Ik deed dus keurig wat me gevraagd werd en zwaaide de installateur dankbaar weer uit.
Tot de volgende dag… Wéér geen licht!
‘Welk schooladvies hadden die knoppies van jou?’ tetterde ik zwaar geïrriteerd door de telefoon naar de man die ze hier gisteren nog had onderwezen. ‘Moet ik nou wéér een hele dag thuisblijven om te wachten tot je langskomt?’ En ik had ondertussen natuurlijk al van drie andere mannen gehoord wat onze installateur vast en zeker allemaal verkeerd had gedaan, maar al die kerels riepen wel iets anders. Dus daar had ik ook al niks aan.
Wat is er toch met mannen aan de hand? In mijn ogen konden zij vroeger altijd alles! Maar sinds we besloten hebben dat we allemaal gelijk zijn, zijn er steeds meer vrouwen die ook de mannenklussen kunnen klaren, maar andersom gaat het hartstikke fout.
Zo heb ik onlangs met startkabels een auto weer aan de gang gekregen, terwijl ik vroeger daarvoor mijn vader of buurman belde. Vond ik zelf wel hartstikke stoer!
Maar met “gelijk zijn” bedoelden we niet dat vakmannen nu niet meer in één keer de klus zouden kunnen klaren, hè mannen! En dat ik verdorie nu weer een cursus elektra moet gaan volgen om die vent uit te leggen wat ie nou verkeerd heeft gedaan!
En dan word ik waarschijnlijk nog een bitch genoemd ook.
Mag het licht uit?!