Een leven lang stofzuigen

 

Toen mijn man nog niet eens geboren was, moest ik thuis al stofzuigen.

 

 

Neeeee… da’s niet waar. Hij ziet er best goed uit, maar hij is wel ouder dan ik. Maar wat ik hiermee probeer te duiden, is dat ik al héél lang stofzuig. Dat ik vroeger uit school al snel naar huis moest fietsen om thuis te gaan stofzuigen en de boodschappen te gaan doen. En dat ik dan na mijn huiswerk ook nog kookte! Dat ik dus echt wel weet hoe dat allemaal moet, hoor. Ik doe al die rotklussen al bijna een halve eeuw nu, en er is op het gebied van (bijvoorbeeld) stofzuigen niet zo heel veel veranderd, denk ik. Het lijkt mij nog steeds een kwestie van een voetje heen en weer halen, en wat daar dan onder ligt aan stof, nootjes, katten- en/of hondenharen, dat verdwijnt dan in dat voetje. Dat voetje trekt alles door een stang naar een opvangreservoir, en het enige wat daaraan veranderd zou kunnen zijn, is dat er bij sommigen nog een slang en een zakje tussen zit, terwijl dat bij anderen al niet meer bestaat. Verder is het principe hetzelfde gebleven. Toch?

 

Wat er echter wél drastisch is veranderd, is de wereld om die stofzuiger heen. Vroeger waren het voornamelijk vrouwen die met dat ding in de weer waren, maar tegenwoordig zie je ook weleens een man met zo’n apparaat door het huis trekken. En vroeger gebeurde dit dan als de man naar zijn werk was, maar sinds de opkomst van de emancipatie – en ook sinds het ontstaan van dat ellendige coronavirus – is ook dát een beetje anders geworden. In iedere geval hier! Tot voor kort haalde ik namelijk meestal de stofzuiger door het huis als manlief naar zijn werk (buitenshuis) was en ik dan klaar was met mijn eigen werk (dat ik doorgaans thuis uitvoer). Maar tegenwoordig werken we dus samen thuis!

 

En ik schreef kortgeleden nog dat ik al uitkeek naar ons pensioen, maar daar wil ik deze week alweer op terugkomen. Mag dat?

 

Want jemig, dat betekent waarschijnlijk dat hij de hele dag dan om me heen gaat hangen en instructies gaat geven over hoe ik de kattenharen van de stoelkussens moet stofzuigen en dat soort zaken, zo is gebleken.

 

Excuseer meneer?? Ik doe dit al een tijdje hoor! 

 

En dat hij ineens dan beter weet welk vakje ik voor welk pannetje moet gebruiken op de kookplaat, vind ik ook nogal irritant. Ik tover al zo’n 46 jaar elke avond het eten op tafel, maar nu denkt hij mij ineens tips te kunnen leveren, omdat hij er toevallig af en toe naast staat.

 

Whutttt??

 

Dus voordat die pensionering straks een feit gaat worden, is hier nog heel veel te doen. Want óf ik ga hem vanaf volgende week uitleggen hoe hij zijn werk buiten de deur voortaan beter kan doen (ik denk stiekem namelijk best vaak dat ik dat nog kan ook), óf hij gaat vanaf deze week op volle kracht meedraaien in het huishouden voor precies zolang als dat gesodehannes met dat thuiswerken nog gaat duren.

 

Want op deze manier gaan wij samen dat hele pensioen niet halen! Dan zitten we straks met allebei de helft van onze pensioenen, in allebei een eigen huis.

 

Hij dan wél met brandschone vloeren, want de stofzuiger die mag hij dan meenemen! En de kookplaat ook, want ik ga dan elke dag mijn eten laten thuisbezorgen, denk ik.

 

O jongens, ik kijk er ineens toch weer een beetje naar uit, want…

 

O, nee, daar heb ik dan natuurlijk geen geld meer voor met dat halve pensioentje. Zucht.

 

Nou, toch maar weer even in alle rust over praten dan.

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke