Een droom in duigen
Toen Celine en haar beste vriendin Iris drie jaar geleden een kinderkledingwinkel startten kwam hun gezamenlijke droom uit. Maar nu is alles anders geworden…
‘Het is nog donker als ik de deur van de winkel opendoe. Het is een trieste aanblik, al die lege rekken. Hier en daar ligt er een kledinghanger op de grond. Op de toonbank zie ik een glanzende lichtblauwe papieren tas met de naam van onze winkel erop. Een winkel die het niet gered heeft.
Wat was ik trots toen ik drie jaar geleden met mijn beste vriendin Iris een kinderkledingwinkel begon. We hadden het er al jaren over maar schoven een beslissing om er een te beginnen steeds weer voor ons uit. Iris en ik droomden al jaren van een zaak. We kenden elkaar ook uit een kledingwinkel waar we ooit samen een zaterdagbaantje hadden.
We werden dikke vriendinnen. Na onze opleiding gingen we aan het werk en kregen we een gezin. Onze droom verdween een beetje naar de achtergrond. Maar toen we allebei veertig werden hadden we het er steeds vaker over of we het niet toch moesten proberen.
We maakten een plan en zochten eindeloos naar een pand waar onze winkel zou moeten komen. Uiteindelijk vonden we een leuke plek aan het einde van een kleine winkelstraat. Een gezellig winkeltje in een prachtig oud pand. Er moest nog wel het een en ander aan gebeuren, maar we konden gelukkig veel zelf.
Onze eerste collectie kochten we van ons spaargeld. We hadden allebei een gelijk startkapitaal ingelegd. We mikten op de winterjassen en spijkerbroeken, kleding die kinderen vaak nodig hebben als ze aan het nieuwe schooljaar beginnen.
Onze vriendinnen kwamen langs bij de opening en waren heel enthousiast over onze winkel. Maar we hadden vooral veel kijkers. En als er al een klant was die een jas wilde hebben en we hadden de juiste maat niet, dan wilde ze niet wachten tot we een nieuwe levering kregen, maar zei ze dat ze nog even verder wilde kijken. Pas toen we in de uitverkoop de prijzen met vijftig procent hadden verlaagd werd het drukker. We verdienden dus bijna niets en dat was een forse tegenvaller, want de huur en de nieuwe collectie moest wel betaald worden.
We geloofden dat de winkel echt een succes kon worden, maar het bleef sappelen. Gelukkig heeft mijn vriend een goede baan en kan ik op zijn salaris terugvallen. Maar de man van Iris is vorig jaar zijn baan kwijtgeraakt en het kleine salaris dat zij uit de winkel meenam was heel welkom.
Maar door corona is alles nog slechter geworden. De winkel is nu voor de tweede keer een lange tijd gesloten en geld om een webshop in te richten hebben we niet. De afgelopen weken hebben we van alles geprobeerd om nog iets van onze collectie via Instagram of vriendinnen te verkopen, maar zelfs dat lukte nauwelijks.
Iris en ik zien onze droom kapotgaan en van onze vriendschap is inmiddels ook nog maar weinig over. Door alle stress rond haar inkomen heeft ze me vorige week min of meer voor het blok gezet. Ze zei dat ze zich uit onze zaak wil terugtrekken en haar startkapitaal terug wil. Daar moest ik toch begrip voor hebben want ik kende haar situatie als geen ander, zei ze.
Stomverbaasd stond ik naar haar te luisteren, want ik ga toch net zo hard het schip in? We verdienen niks, we moeten de huur over december nog betalen en ook de energierekening ligt nog te wachten. En dan heb ik het nog niet eens over allerlei andere kosten die we nog voor onze kiezen krijgen. We kregen knallende ruzie en we hebben elkaar daarna niet meer gesproken, alleen nog maar geappt.
Ik vind het echt absurd dat Iris haar geld terug wil. We zijn toch geen kleuters die winkeltje spelen? Het is echt verschrikkelijk dat we onze zaak moeten sluiten en onze droom in duigen valt. Maar ze kan toch niet van mij verwachten dat ik haar startkapitaal compenseer? Ik heb zelf ook al maanden niets verdiend. Het is toch niet eerlijk dat ze alle verantwoordelijkheid bij mij legt nu het tegenzit?’