Altijd als ik in een pan kokende polenta sta te roeren, voel ik me een echte Italiaanse mama, ergens in een houten huis in de Dolomieten. Zo’n mama, die straks een stuk of twintig man uitgehongerd en verkleumd van het buiten werken aan tafel krijgt. Ik zie mezelf voor me met een enorme boezem in een strak donkerbruin schort. (valt altijd weer mee, als ik dan later naar beneden kijk, want daar heb je tussendoor geen tijd voor, als je polenta kookt. Je moet opletten dat het niet klontert en met een houten lepel blijven roeren.) En dan straks met een grote houten pollepel het hete spul op alle borden ‘kwakken’. Niet net alsof het een gaarkeuken is natuurlijk. Met liefde neerkwakken dus. Daarbij een lekkere klodder gestoofd vlees en de jongens en meisjes kunnen er weer een dagje tegen. Zo voelt het tenminste. Het voelt ook als sporten, om door die brij te roeren. Want het is knap stevig spul, die polenta. Goed voor de bovenarmen. 100% wintervoer. Gelukkig heb ik een recept dat niet zo winters is. Jaja… ook weer van Marlies: polentafrietjes.
Gewoon proberen!
Je doet het zo: kook eerst de polenta, stort hem op een plat bord. Laat hem afkoelen en opstijven, waarna je hem aan repen snijdt in de vorm van frieten en in een dikke laag olijfolie in de koekenpan bakt. En héél voorzichtig, dat ze niet tegen elkaar aan komen, want dan plakken ze vast. Precisiewerkje. Maar het loont de moeite. Want lekkerrrr!
Die polenta maken? Krijg je geen spijt van. Oh. Zoiets zei ik geloof ik al;-)
Je hebt nodig:
- 100 g polenta
- 15 g boter
- 50 g geraspte Pecorino romano
- 5 dl water
- zout
- versgemalen zwarte peper
- flink wat olijfolie om in te bakken
- Platte schaal, waar straks alles op kan.
Zo maak je het:
Het water met wat zout aan de kook brengen. Polenta erbij en al roerend op zacht vuur aan de kook brengen. Pas op, het kan flink spatten. 15 minuten onder regelmatig roeren laten koken. Dan de boter en de Pecorino erdoor roeren. Daarna de polenta nog 5 minuten laten koken. Lekker wat zwarte peper erdoor en dan de brij zo snel mogelijk storten en glad uitsmeren op een bord. Ik neem altijd een grote langwerpige platte schaal.
Opstijven en af laten koelen en dan bakken op de manier zoals ik het hierboven al vertelde. Je kunt het trouwens best een paar dagen in de koelkast bewaren. Lekker als klein snackje af en toe. Ook lekker bij de soep.
Door Franska
Fotografie portret: Esmee Franken. Visagie: Linda van Ieperen. Haarstylist: Mandy Huijs.