Dit zou geen enkele moeder mogen meemaken
Want het is al negenentachtig weken geleden dat ik dit aan de moeder van Nicky Verstappen schreef.
‘Twintig jaar en twaalf dagen,’ schreef ik toen. ‘Zoveel tergende dagen en nachten is het geleden dat je zoon Nicky opeens van de radar verdween in het vakantiekamp waar hij bivakkeerde. Niet meer dan één dag was het je gegund om te mogen hopen. Toen moest je eraan geloven. Je kind was er niet meer en jouw leven zou nooit meer hetzelfde zijn. En toen, het was 22 augustus 2018, kreeg de moordenaar van je zoon toch nog een naam en een gezicht.’
Negenentachtig lange weken geleden is het dat ik dit schreef en nog steeds is er geen zekerheid voor de moeder van Nicky Verstappen. Negenentachtig weken aan een stuk hield Jos B. zijn kaken stijf op elkaar en volhardde zijn advocaat in ontkenning.
‘Negenentachtig weken en tal van confrontaties met de man die je dit allemaal aandeed verder, en nog steeds is het je niet gegund om dit hoofdstuk af te sluiten.’
Het OM ziet in Jos B. de dader. Want volgens de lezing van de officier van justitie heeft Jos B. Nicky mogelijk weggelokt bij zijn zomerkamp, hem misbruikt en hem verstikt om zijn daden te verhullen. Juridisch gezien vertaalt zich dit in misbruik en gekwalificeerde doodslag, waar de maximale straf voor kan worden geëist. Woensdag kwam de zaak tegen Jos B. weer voor. Dit keer omdat het voorarrest van Jos B. volgens zijn advocaat wel al heel duurt en er geen schot in de zaak zit. Vier uur was er uitgetrokken om te beoordelen of Jos B. niet tóch voorwaardelijk op vrije voeten kon. Gelukkig had zijn advocaat het nakijken en blijft Jos B. achter de tralies tot na de inhoudelijke behandeling van de zaak, die eind september en begin tot midden oktober zal plaatsvinden. Dan zal er opnieuw worden gekeken naar het bewijs dat er ligt.
‘Nog veertien misschien wel twintig weken langer tussen hoop en vrees op je tanden moeten bijten met nog steeds die tergende onzekerheid over de afloop, heb je te gaan. De advocaat van Jos B. was niet te spreken over de gang van zaken en dat zijn cliënt al zo lang in zijn cel moet zitten. Ik geloof in onze rechtsstaat en vind oprecht dat iedereen het verdient om verdedigd en gehoord te worden. Maar wat metegelijkertijd bezighoudt – en ook frustreert – is of deze advocaat nou nooit eens heeft wakker gelegen over jouw lot. Of hij nou nog nooit is geplaagd door schuldgevoelens over wat jou is aangedaan en overkomen en dat hij steeds maar weer zijn stinkende best doet om deze nachtmerrie te laten voortduren. Want hoe het is om een kind te verliezen, daarover wil ik niet eens nadenken. Hoe het is om een kind te verliezen op de manier waarop jij Nicky moest verliezen en hoe daar nu mee om wordt gegaan? Daarover kan ik alleen maar zeggen dat geen enkele moeder dit mee zou mogen maken.’