Deze juf deugde echt niet
De meeste nonnen op de lagere school waren erg. Juffrouw Lorti was erger.
Ik had haar al lang niet meer gezien, mijn juffrouw Lorti uit de tweede klas van de lagere school, maar afgelopen nacht kwam ze me weer eens opzoeken. De meeste nonnen op de lagere school waren erg. Juffrouw Lorti was erger. Ze was abnormaal klein van stuk en abnormaal rond, zeker in verhouding tot haar geringe lengte. De voor de jaren zestig zo kenmerkende kokerrokjes spanden als een elastiek om haar buik en billen en boven de tailleband wiebelde haar maag heen en weer. Ik kon er vol afgrijzen naar kijken.
Het grootste gedeelte van de tijd bracht ze zittend achter haar verhoogde lessenaar door, waarbij ze haar korte beentjes noodgedwongen in het luchtledige moest laten schommelen. Vaak zat ze te eten en ook daar kon ik vol afgrijzen naar kijken. Iets met appel was haar lievelings-tienuurtje: appelflap, appelbeignet, appeltaart. Ze bracht haar gebakjes en cakejes mee in een vetvrij papiertje van de bakker. ‘Ziezo,’ zei ze dan. ‘Ja… kijken jullie maar eens goed.’ En dan begon ze met haar worstenvingers aan het papiertje te frummelen en propte ze dat iets-met-appel achter mekaar naar binnen.
Vannacht voerde ze haar favoriete act weer voor me op. Dat deed ze het liefst op de dagen dat ik mijn mooiste, door mijn moeder genaaide, ultrakorte rode jarenzestig jurkje droeg, want daar raakte ze blijkbaar niet op uitgekeken. Ze riep me er speciaal voor voor de klas. ‘Goh,’ zei ze dan. ‘Wat zit dát ding je kort.’ Bij wijze van uitzondering kwam ze er zelfs wel eens voor van haar troon af, zodat ze een ruk aan de zoom kon geven. ‘Vinden jullie ook niet?’ vroeg ze dan aan de klas. ‘Dat dat ding haar kort zit?’ En dan riepen alle kindertjes braaf van ‘ja-ha’.
‘Mens, donder op,’ zei ik toen ik wakker werd. ‘Val me niet meer lastig. Je ging toch trouwen? Wat doe je hier dan nog? Getrouwde juffen zitten thuis bij hun man. Getrouwde juffen worden mevrouwen en moeder – wat ik in jouw geval bij god niet hoop want ik denk dat je als moeder evenmin deugt als als juf.’ Ik besluit met haar mee te lopen om haar uitgeleide te doen uit mijn leven. Eerst de gang op waar alle jasjes keurig aan de kapstokjes hangen. Dan de blauwstenen trap met de uitgesleten treden af, langs Jezus aan het kruis met daaronder in zwierige letters R.I.P., en dan rechtsaf naar de voordeur die ik voor haar openhoud zodat ik er zeker van ben dat ze opdondert.
Opdondert naar haar eigen leven met haar taartjes en haar man en haar te krappe kokerrokjes. Even voel ik de neiging om haar een duwtje te geven. Dan bedenk ik dat een trap na beneden mijn waardigheid is en doe ik de deur dicht zodat ze die school nooit meer in kan.
‘Ja-ha! Kijk maar eens goed,’ zeg ik. ‘Die deur is dicht en jij komt er bij mij nooit meer in.’
Door: Brigitte Bormans
Brigitte werkte jarenlang als culinair journalist en schreef twee kookboeken. In 2004 werd ze directeur/eigenaar van Erfgoed Logies. Maar zonder schrijven kan ze niet. Gelukkig zag Franska wel iets in haar columns, kwam van het een het ander en mag er nu ook over andere zaken worden geschreven.