‘Hoe erg is het dan met je dochter?’ vraag ik. De kok zit nog steeds te snotteren aan mijn keukentafel en hij slaat de bellen wijn zo vliegensvlug achterover dat het lijkt alsof er geen bodem in de man zit.

 

Heeft zijn dochter net als haar moeder geprobeerd om er een einde aan te maken, vraag ik me af. Is die net als haar moeder opgenomen geweest? Een gevaar voor zichzelf? Voor haar omgeving? En dan opeens, out of the blue, schuift hij zijn stoel met een ruk naar achteren en staat hij op.

 

‘Ik geloof niet dat ik zin heb om hier nog verder over te praten.’ En weer is er die blik in zijn ogen die ik niet exact kan duiden maar die me zeker te weten zegt dat er iets niet klopt. Het is de blik die verried dat hij het totaal niet trok om mij samen met mijn ex te zien en de blik die eerder vanavond verried dat hij het niet trekt om niet verder dan ‘gewoon vrienden’ met me te komen.

 

‘Nou ja zeg!’ Mijn geduld is hard op weg om op te raken. ‘Alsof ik degene ben die over deze hele toestand begonnen is. Alsof jij hier tegen je zin aan tafel bent neergezet om je verhaal te komen doen.’ Hij gaat weer zitten. Eerst rechtop en dan met zijn hoofd in zijn handen. Alsof hij elk moment in kan storten. En toch vraag ik hem niet hoe het met hem is en of ik iets voor hem kan doen. Op de een of andere manier kan ik het niet opbrengen. En dan zie ik ook weer wat al ik hier al eerder over dacht. Dat hij een extra zintuig heeft voor wat er in me omgaat, want op het moment dat ik denk dat hij er lekker in kan zakken, recht hij – hup twee drie – zijn rug, schudt een paar keer met zijn hoofd en zegt dat het wel mooi geweest is voor vandaag en dat ik morgen toch ook weer op tijd op moet dus dat het tijd wordt om op te stappen.

 

‘Aah’, zeg ik en ik weet dat wat er nu komt sarcastisch gaat klinken en dat is ook mijn bedoeling. ‘Dus ik hou het verhaal over je dochter tegoed voor de volgende keer?’ Want ik ben toch echt heel erg benieuwd om te horen hoe dat zit met haar. En met haar en hem. Hij zegt niets meer. Kijkt me niet meer aan en zoekt al helemaal geen toenadering meer voor een ‘welterusten en tot later’. Deze man spoort niet, dunkt me. En wat er precies niet aan spoort ga ik uitvinden.’

 

Anna Maria is 48, moeder van een dochter van vijftien en ze woont in de Randstad. Na twintig jaar strandde haar huwelijk. Op deze plek deelt ze wekelijks haar ervaringen – ook nu het daten weer begonnen is.