De vader van Katrijn liet zich altijd al laatdunkend uit over mensen met een andere huidskleur of geaardheid
‘Er kwam een einde aan de tijd dat ik dit normaal vond.’
‘Hij was altijd al zo, maar als kind wist ik niet beter en zei het woord racisme nog niet veel. Ik dacht er gewoon niet bij na, ben ik bang. Omdat het thuis gewoon was om opmerkingen te maken over iemands huidskleur. Net zoals het gewoon was om opmerkingen te maken over iemands geaardheid. Voor zover ik weet hadden we in het dorp één iemand die gay was. Hoe denigrerend het is om zo iemand consequent ‘van de verkeerde kant’ te noemen, drong ook niet echt tot me door. Het was zo normaal dat ik het zelf ook ging zeggen.
Totdat ik ouder werd, wegtrok uit de provincie en notabene in het losbandige Amsterdam ging wonen waar de wereld langzaam maar zeker een heel ander perspectief voor me kreeg – met veel meer kleurschakeringen dan het zwart-wit waarmee ik opgroeide. Die keer dat het me per ongeluk ontglipte om iemand ‘van de verkeerde kant’ te noemen, werd ik zo genadeloos afgemaakt dat het me daarna nooit meer is overkomen. En toen een studievriendin zonder schaamte verkondigde dat ze een uitgesproken voorkeur voor donkere mannen had, lachte ik wel wat schamper mee, maar wist ik me diep in mijn hart geen houding te geven.
Het gevolg van mijn nieuwe leven was dat ik steeds meer tegen bepaalde gewoontes van thuis aan liep. Als mijn vader zich weer eens laatdunkend en vol vooroordelen over allochtonen uitliet, schaamde ik me diep voor hem en nam ik me voor om nooit iemand mee naar huis te nemen, want stel je voor. Op een gegeven moment lukte het me niet meer om mijn mond te houden. Ik zei dat hij zich een beetje moest inhouden, want dat hij het wel gewoon over mensen had, maar dat viel niet goed.
‘Heb je je laten bekeren door die heidenen waar je mee omgaat tegenwoordig?’ riep hij eens tegen me. ‘Blijkbaar weten die zogenaamde heidenen meer over naastenliefde dan die God van u’, antwoordde ik boos. Als mijn moeder niet tussenbeide was gekomen, had hij me op dat moment de deur uitgezet. Uiteindelijk vertrok ik zelf een dag eerder dan gepland en werden de periodes tussen mijn bezoekjes aan thuis steeds langer en bleef ik lang niet altijd meer slapen.
Mijn vader overleed toen hij nog geen zeventig was. Dat ik nauwelijks een band met hem had en dat wat we deelden voornamelijk op onbegrip en afkeuring was gebaseerd, deed me lang verdriet. Het was uiteindelijk mijn moeder die me hielp om over mijn schuldgevoel heen te komen. Volgens haar was mijn vader het deep down echt wel met me eens geweest maar was hij te koppig om dat toe te geven. Hij schijnt zelfs een keer tegen mijn moeder te hebben gezegd dat hij moest toegeven dat mijn interpretatie van naastenliefde van meer liefde getuigde dan zijn kijk op de mensheid. Dat mijn moeder niet te benauwd was om dit aan me door te geven, maakt haar een groot mens!’
Katrijns naam is gefingeerd. Haar echte naam is bekend bij de redactie.
Moet jou ook iets van het hart en wil je dat (anoniem) met ons delen? Stuur dan een mail naar info@franska.nl onder vermelding van ‘Dit moet ik even kwijt’.