Zo maak je de ultieme bami goreng
1. Kook de noedels beetgaar volgens de aanwijzingen op de verpakking. Spoel ze af met koud water, laat goed uitlekken in een vergiet en doe ze in een kom. Roer er een klein scheutje olie door om te voorkomen dat ze aan elkaar gaan plakken.
2. Snipper de ui en hak de knoflook en lombok fijn. Snijd de wortel in dunne reepjes en de lente-ui in ringetjes.
3. Verhit een scheutje olie in een wok en fruit eerst de knoflook even aan, zodat deze lichtbruin kleurt. Voeg dan de ui, lombok en wortel toe en bak even mee totdat de groenten beetgaar zijn. Voeg de djahe en ketumbar toe, bak even mee en doe dan de noedels erbij. Bak de noedels even mee, blijf ondertussen goed roeren en voeg eventueel nog een klein scheutje olie toe als de mie aanbakt. Voeg de oestersaus, kecap, taugé en lente-ui toe en bak nog 1 min. Hak de blaadjes van de selderij fijn en voeg deze op het laatst toe, met eventueel een beetje zout.
4. Deze bami is op zich al lekker, als bijgerecht of lunch, maar je kunt nog wat garnalen, kip of tofu toevoegen en dan heb je een hoofdgerecht.