Het is zover. En Tineke vindt het zóó jammer. Vanmorgen las ze over de zoveelste schrijver die er mee stopt.
Wat ooit begon als een goed idee om met elkaar in contact te komen, om elkaars mening te horen, elkaar beter te leren kennen, andersdenkenden aan het woord te laten, eenzamen te betrekken, respect voor elkaar te krijgen, te verbinden, of gewoon plezier met elkaar te hebben door samen iets te lezen en wat na te praten, lijkt langzaam weer te gaan verdwijnen.
Het kan ook niet langer zo. Het slaat soms echt door.
Ik las vanmorgen over de zoveelste schrijver die daardoor afhaakt. Die geen columns meer wil maken als gevolg van haatzaaierij. Een schrijver van een Rotterdamse lokale krant legt zijn pen erbij neer door de lading aan rare, ongefundeerde, en vooral negatieve (homofobe) reacties die onder zijn stukken worden geplaatst. En dat raakt me.
Ik zie namelijk steeds meer schrijvers er de brui aan geven, omdat ze er genoeg van hebben. AD-columnist Özcan Akyol stapte onlangs zelfs naar de rechter, nadat iemand hem stelselmatig bleef beledigen (en zelfs bedreigde!). De haatzaaier werd uiteindelijk veroordeeld tot vier dagen cel, maar de sfeer wordt er natuurlijk evengoed niet beter van.
Al die ellende gaat namelijk wel onder je huid zitten, zoals in het artikel wordt uitgelegd. Bij beide partijen. Je gaat er als schrijver (soms) ook anders door schrijven, als je van tevoren al weet wat mevrouw De Boer uit Amsterdam, of meneer Van der Stadt uit Tietjerksteradeel eronder gaat kwakken. Dodelijk voor je creativiteit, of voor je mening wanneer je schrijft voor een opinieblad. Dus wat dat betreft heb ik nog mazzel dat ik ook nog voor het gezelligste magazine van Nederland mag tikken. Het woord ‘gezellig’ houdt op voorhand al bepaalde lezers buiten de deur, denk ik.
Maar gaan we straks dan toch weer noodgedwongen terug naar de abonnementen?
Je zou denken dat iemand die een blad, boek, tijdschrift, magazine, of krant ‘stom’ vindt, het gewoon niet gaat kopen in de winkel. Toch? Beetje zonde van de centjes. Maar dat maakt wel dat je met de wél-lezers weer een overzichtelijke, gelijkgestemde groep gaat vormen.
Alleen… weet je dat dan niet meer!
En dat was nou juist zo leuk aan het online-gebeuren. Je kon elkaar een beetje “spreken” door middel van de reactiemogelijkheid.
Als schrijver een beetje ontdekken voor wie je nou eigenlijk schreef, en als lezer iets meer betrokken raken bij de man of vrouw van wie je graag iets las. Het leek me enig toen dit werd uitgevonden als vervanging van de open dagen, signeersessies, zomerfeesten, lentebeurzen, fandagen, enzovoort. Van die bijeenkomsten waar je als maker en gebruiker samen een kopje koffie kon drinken en elkaar eens in het echt kon ontmoeten.
Maar gek genoeg hoorde je daar nooit iemand roepen dat je een vieze, vuile, gore, of noem het maar op wat voor “puntje-puntje” je was. Want er stonden allemaal mensen omheen die dat konden zien. En dan doe je zoiets niet. Als je de sfeer, inhoud of schrijvers níet kon waarderen, dan ging je gewoon niet naar zo’n beurs, feest of sessie. En je las thuis gewoon lekker niks van zo’n blad of zo’n schrijver. Maar nu? Nu lezen sommige mensen alles. Alleen maar om …
Ja, waarom eigenlijk?
En ik als schrijver merk dat ik steeds langer wacht met het lezen van de reacties op de sites waar ik voor schrijf. Ik lees ze nu vaak pas op een moment dat de ergste alweer verwijderd zijn door de uitgever, of de schreeuwer zélf. Maar het jammere is dan wel dat ik bij die leuke mensen, die iets liefs, aardigs of positiefs hebben geschreven best een like zou willen plaatsen, maar tegelijkertijd denk: ach, laat maar, het is al zó lang geleden, dat slaat nu nergens meer op.
En dat is best jammer. Zo zijn de leukerds dus wéér de dupe.
Het is eigenlijk net als in het echte leven! De mensen die iets leuk vinden die hoor je bijna niet, maar die anderen…
Bij dezen dus even een heel dikke kus aan al die leukerds. Samen blijven wij gewoon volhouden hoor! Gezellig toch?
Door: Tineke
Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.
Leestip
Heb jij de kerstboom al staan?
Heb jij de kerstboom al staan?
Nee joh, dat kan toch pas na Sinterklaas? 53%, 8 votes
8 votes53%
8 votes
Mij niet gezien, ik houd niet van kerst. 40%, 6 votes