De politie is speciaal voor mij uitgerukt
Agent en agente springen uit hun dienstauto. Agente vraagt naar mijn ID. Heb ik niet bij me.
‘U gaat me toch niet vertellen dat u bent gebeld?’
De politieauto komt me tegemoet rijden over het voetgangersbruggetje in het park en stopt vlak voor me.
‘Jazeker wel’, zegt agente.
‘Wilt u uw hond aanlijnen’, zegt agent.
Ze stappen allebei uit. Ik lijn hond Jip aan. Agent en agente springen uit hun dienstauto. Agente vraagt naar mijn ID. Heb ik niet bij me. Het is half negen ’s ochtends, ik ben amper wakker, laat alleen hond Jip heel eventjes uit, voel me alsof ik ingerekend word en heb waarschijnlijk al twee boetes te pakken – de eerste voor het niet aangelijnd hebben van hond Jip en de tweede voor het niet bij me hebben van een ID.
Naam, voorletters, geboortedatum, adres. Agent loopt terug naar zijn dienstauto. Naar ik aanneem om te checken of ik besta. Als hij terugkomt knikt hij naar agente en mompelt iets in de trant van ‘niets’. ‘Niets’ op mijn kerfstok maak ik ervan. En dan vraagt agente of ik wil vertellen wat er gebeurd is en komt mijn verhaal.
‘Ik liep verderop op de boulevard. Hond Jip is nooit aangelijnd dus nu ook niet. Komt een mevrouw met twee hysterisch keffende kleine hondjes de hoek om. Allebei wel aangelijnd, die hondjes, en daarom des te hysterischer. Hond Jip blaft terug. Hondjes keffen steeds harder, mevrouw begint keihard mee te keffen. Zo hard dat fietsers afstappen om te kijken wat er loos is. Intussen wordt hond Jip er ook niet relaxter op, dus die maakt een schijnbeweging richting hondjes. Daarop tilt mevrouw de hondjes aan hun lijn omhoog waardoor ze een stukje boven de grond bungelen en dat vindt hond Jip nou eenmaal heel leuk speelgoed, dus die maakt nog een keer een move naar voren. Consternatie genoeg dus op mijn nuchtere maag. Ik hoorde mevrouw heus wel roepen dat ze de politie zou bellen, maar had nooit gedacht dat die zouden uitrukken voor… ja voor wat eigenlijk?’
‘Wij prioriteren onze oproepen’, aldus agente, wat ik interpreteer als verder niets te doen vanochtend, dus dan maar richting vrouw met hond. ‘Mevrouw beweerde dat haar hondjes er ernstig aan toe zijn na de aanval van uw hond, dus vandaar’, aldus agent. Hond Jip intimideert maar bijt niet, leg ik uit. Intussen hoort Jip het verhaal rustig aan – ‘gaat dit over mij?’
Agent aarzelt even en besluit dan om de mevrouw van de valse aangifte te bellen. Hij vraagt haar naar het bruggetje in het park te komen, maar aan het gesprek te horen heeft mevrouw daar niet bijster veel trek in en heeft ze bij nader inzien ook geen verwondingen bij haar hondjes kunnen vinden.
‘Dan komen we wel even uw kant uit,’ zegt agent, ‘want we moeten natuurlijk wel even uw ID zien.’
Agent en agente wensen me een fijne dag. Die kan met nul bekeuringen heus niet meer stuk.