De Nederlandse schaatswereld, toch een beetje onze trots
Als ik heel eerlijk ben, ben ik op de eerste plaats toch een voetbalfan. Nou is het helaas zo dat de voetballers de laatste jaren niet zo heel veel hebben gepresteerd op het EK of WK (ik teer nog steeds op de finale van 2010, zoals zovelen…).
Dus heb ik mij gedwongen gevoeld me tot een andere sport te richten. Eentje waar ik ook een beetje mee ben opgegroeid. Want naast dat bij ons thuis elke voetbalwedstrijd van het Nederlands elftal (en Ajax) werd gekeken, zaten we ook altijd voor de buis met schaatsen.
En dat is toch wel een beetje Nederlands trots, vind ik. De eerste schaatser die ik bewust heb meegemaakt is Rintje Ritsma, en die heeft natuurlijk gelijk de lat behoorlijk hoog gelegd. Wat was dat leuk om met z’n allen vanaf de bank te kijken. Maar ook de val van Erben Wennemars, die ons thuis deed opschrikken. Stamt alweer uit 1998, toen in Nagano de Noor Grunde Njös ‘onze’ Erben mee nam in zijn val. Doodzonde, want wat schaatste hij goed.
Anno 2020 is het schaatsen nog steeds niet weg te denken. Zondag zat ik weer voor de buis voor Kjeld Nuis, die in Salt Lake City goud won op de 1500 meter. Op dezelfde afstand won Ireen Wüst ook goud en Jorrit Bergsma pakte de massastart voor mannen. Ja, het was een heel fijn tv-avondje zondag. Schaatsen kan ik zelf voor geen meter, maar dat maakt ook niet uit; zij schaatsen goed genoeg voor heel ons land. Genieten.