De metamorfose

Of ik oren had naar een metamorfose, werd me gevraagd op straat.

 

 

Wat zegt u? Mijn oren een metamorfose? Waarom? Staan ze scheef? Heb ik flaporen? Ben ik doof? Waarom hebben mijn oren in godsnaam een metamorfose nodig? Ja, ik schoot meteen weer in de stress, omdat ik nogal onzeker ben over mezelf.

 

Maar nee, ik had het verkeerd gehoord. Met mijn oren was niets mis (of toch), maar ze bedoelden te vragen of ik zin had in een metamorfose in een winkel. O, gelukkig.

 

Maar ehhh… Waarom vroegen ze dat eigenlijk? Dat vroeg ik me daarna weer af. Wat mankeert er aan mij dat ze dachten dat ik zoiets nodig had? Ik bedoel: ik ga ervanuit dat ze vermoeden dat je ervan opknapt. Toch? Dat je er ná de behandeling beter uitziet dan je ervoor deed. Dus vonden ze nu dan dat ik niet mooi genoeg was? Dachten ze dat ze met mij reclame konden maken voor schoonheidsproducten die je helpen om er beter uit te zien? Met mode die je slanker doet lijken, en kappers en haarproducten die je haar voller en glanzender doen stralen? O jee, nee toch?

 

Nee mens, was de geruststellende mededeling die daar heel brutaal op volgde.

 

O, gelukkig. Ze zagen me nog wel als mens. Ik mocht er dus wél zijn, en ook al zoals ik was. Pffff. Opluchting hoor.

 

Maar waarom moest ik dan toch gemetamorfoseerd worden? Ik wilde het toch even weten.

 

Omdat dat leuk voor mij was, luidde het antwoord. Het is heerlijk om je te laten verwennen en tips te krijgen over hoe je er tien jaar jonger, of drie maten kleiner, uit kunt zien. Toch?

 

Oké… Ik keek dus toch maar even op de borden die er stonden, met de mensen die mij waren voorgegaan.

 

En wat viel me op? Dat de foto’s van ná de behandeling inderdaad anders waren dan die van ervoor. En waarom? Omdat ze de dames ervóór zo hadden toegetakeld dat de foto erna altijd beter zou zijn. Ze hadden volgens mij meer tijd gestoken in de foto’s van vóór de behandeling dan in die van erna. Al kreeg je erna een zak over je hoofd, dan nóg zag je er beter uit!

 

Want hoe erg kun je iemands coupe in de war maken? Dat vroeg ik me gelijk af na het zien van de eerste slachtoffers. Ik weet zeker dat geen van deze dames zó binnen was binnengekomen, tenzij ze met een open straaljager waren ingevlogen.

 

En waarom lachte er niemand op de foto’s vooraf? Ik denk dus dat ze je eerst verdrietig of boos maken, om zo het eerste plaatje meteen te kunnen schieten. Ze halen je eventuele oogmake-up weg, zodat je een volledig kaal gezicht hebt, maken je toet witter zodat je hartstikke ziek lijkt, en dikken de wallen onder de ogen aan om je verdrietig te doen lijken. Ja, zo kan ik het ook!

 

Vervolgens schieten ze driehonderd plaatjes, en pas daarna mag je naar de wc. Tsja, wie ziet er daarna dan niet beter uit? Wat een opluchting.

 

En dan pas krijg je koffie, kammen ze je haar weer, doen ze heel erg vriendelijk tegen je en hijsen ze je in een korset. Tsja, dan zit een jurkje altijd beter. Wat nog flubbert prikken ze vast met een veiligheidsspeld, en als ze dan heel even in je huid prikken, en de fotograaf schiet dán net een plaatje, doen ze net of je met open mond kijkt naar je eigen verandering.

 

Maar dat is dan niet zo. Je bent gewoon geschrokken van die speldenprik.

 

Ik schatte dus oprecht in dat ze aan de vooraf-foto’s meer werk hadden gehad dan aan de achteraf-exemplaren. Mensen zijn namelijk altijd mooi, vind ik. En dat zei ik dus ook.

 

Behalve u dan, mopperde de dame die me aansprak op straat.

 

Au.

 

 

 

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke