De Drie Gratiën
Ik moest goed op mijn dochter letten, want aan de bar zou voor minimaal 150 jaar bajes zitten.
De mythe van De Drie Gratiën, dat is waar ik ’s anderdaags aan moest denken, toen ik met pijn in mijn kop wakker werd. De lezingen over waar de drie bevalligheden van afstammen lopen nogal uiteen, maar ik ga blind voor de versie van de Romeinse mythologie die zegt dat de drie gratiën de dochters waren van Bacchus en Venus. Bacchus als god van de wijn, van de roes en van de dronkenschap, en Venus als in ‘alles is liefde’.
Of het wel goed met me gaat?
Ik was een avondje ouderwets stappen. Met mijn dochter en onze wederzijdse vriendin C. die qua leeftijd precies mooi tussen mijn dochter en mij in zit. We gingen eten en dat was heerlijk. Daarna moesten we naar het huis van C., die net een drie meter hoge kerstboom had opgetuigd. Onderweg van het restaurant naar C. moesten we over de wallen en waren we het meteen roerend met onze burgemeester eens dat hier iets moet gebeuren, want het leek wel alsof de halve wereld een NS-dagtocht naar Sodom en Gomorra had geboekt.
Na genoeg oh’s en ah’s over C.’s boom gingen we nog even naar de kroeg bij C. naast de deur. Een ouderwetse bruine kroeg waar we door de kerstversiering heen de muren niet meer konden zien en waar iedereen uitgelaten was alsof oud en nieuw al aan de deur lag te kloppen. Dochter en C. bestelden gin-tonics. Ik besloot te doen alsof ik niet al lang uit training was en dronk lekker met ze mee. Nergens last van zolang je maar bezig blijft, wist ik nog uit de dagen dat ik nog wel in topvorm was. Op mijn all-time-favourite Mariah Carey’s All I want for Chrismas ging ik ouderwets uit mijn dak waarbij mijn vuist net als vroeger de microfoon was. Mijn dochter danste met een allerschattigste Braziliaan die niet verder dan tot borsthoogte reikte en die haar, gelukzalig over zoveel moois, meteen stevig bij de hand pakte en een onvervalste samba inzette. Toen C. terugkeerde van een verkennend rondje door de kroeg, waarschuwde ze vooral goed op mijn dochter te blijven letten omdat er voor minimaal 150 jaar bajes aan de bar zou zitten.
En toen was het goed geweest en ging ik maar eens huiswaarts, waar ik vooruit al had laten weten dat ik toeter was. De metro lag tegen die tijd al lang plat waardoor er niets anders op zat dan een taxi aan te houden. De chauffeur vroeg of er een raampje open moest, wat natuurlijk heus niet nodig was. En of ik een leuke avond had gehad, want zo zag ik er wel een beetje uit, vond hij.
‘Leuk? Enig zelfs!’ We waren namelijk met z’n drieën, zei ik. De drie generatiën.
‘Goh’, zei de chauffeur. Zijn moeder had het altijd over de drie gratiën, maar hij kon niet met zekerheid zeggen of dat hetzelfde was.