De dokter en ik

 

Een huisarts om de hoek, dat leek me wel wat met twee kleine kinderen en een derde op komst.

 

 

 

Een natuurarts die het reguliere circuit zeker niet schuwt, met een praktijk zo mooi dat hij werd gebruikt voor Linda de Mol’s April, May en June en dus op hinkelafstand van ons huis. We zijn er geweest, heus. Toen Flo op de leuning van de eetkamerbank was geklommen bijvoorbeeld en de bank belandde op het bovenbeen van Iggy. Net veertien maanden oud en het lopen ontdekt hebbend, verstopt worden in een gipsen constructie rond heup en bovenbeen was geen feest. Luiers wisselen evenmin.

 

Soms zag ik de dokter jaren niet, dan was ik er ineens een hele vrijdag (iets met een spiraaltje plaatsen dat niet helemaal soepel verliep) en nu, nu staan we bij elkaar op speed dial.

 

Het begon op Koningsdag toen ik onze Flo ineens op de grond vond. Bebloed neusje, een gehavend jukbeen. Ik probeerde de punten aan elkaar te rijgen. Op het wankele krukje geklommen om naar de buurkinderen te kijken en het evenwicht verloren? Flo was wappie. Er volgde een periode van ellende. Slaapdeprivatie, bij haar en dus ook bij mij. Boosheid, fixaties. Het was niet leuk, niet goed en niet houdbaar. We mailden, de dokter en ik. We belden. Ze schreef kalmeringspillen voor, ik hield haar aangelijnd.

 

Of ik ook even kwam. Of ik wel sliep. En het eten, hoe ging dat nu? Dat ik anders ook maar een Oxazepammetje van Flo moest nemen.

 

Er komt een beetje rust. Tot woensdagnacht. Een die we nooit vergeten. Schudden, trillen, schuimen, spugen. We denken even dat dit het was tot de kaken ineens ontspanden, er naar lucht wordt gehapt en ons meisje terug op aarde lijkt te komen. Epilepsie is net zoiets als de eerste wee. Je hebt geen idee, maar als het zich aandient, weet je wat het is. Ineens weet ik wat op Koningsdag ook is gebeurd. De nacht houden we ons groot. Alsof we zweven boven de werkelijkheid.

 

Bij daglicht bel ik de dokter. Hap lucht en het verhaal vertellen. Ze luistert, ik hoor haar knikken. ‘Er zijn mensen die me gewoon ’s nachts opbellen, hè?’ Ik voel de warmte door haar woorden en breek.   

Door: May-Britt Mobach

Afbeelding van May-Britt Mobach