De dingen die ik denk als ik in het vliegtuig zit

 

Olé, de dagen worden weer langer en daarom krijg ik weer de neiging op vakantie te gaan. Dat brengt me op het vliegtuig. Ben ik alleen in het je-allemaal-rare-dingen-afvragen-of-denken-kamp of doe jij dat ook?

 

 

Wat dan? Nou dit:

 

  • Zit zíj bij de nooduitgang, maar echt? Hoe krijg jij voor mij die deur open? Hoe dan?
  • Als de stoel naast me nog vrij is: niet hier zitten, niet hier zitten, alsjeblieft niet hier zitten, hè fuck, hallooo.
  • Ha, ik heb superverantwoord allemaal zelfgemaakt lekkers in mijn tas. En ja hoor, doe ook maar zo’n kleffe wrap met kartonkaas en een colaatje light (de kans dat ik dit niet alleen denk is groot).
  • Een vliegtuig heeft maar de helft van de baan nodig om op te stijgen, de rest is zekerheidsmarge. Geloof ik, want heeft iemand ooit aan me verteld. Maar stel nou dat dit niet zo is, stel hè?!
  • Ik moet naar de wc. Shit, die is vast te vies om aan te raken. Nee, ik wacht wel. (En dan vijf uur later op een holletje naar het toilet op de luchthaven en vies, víes dat die zijn.)
  • Wie van deze mensen zou bij een noodlanding in zee toch een zwemvest ín het vliegtuig opblazen?
  • Luister nu toch naar die instructies, mensen, luister.
  • Ik wil eigenlijk dat boek uit m’n koffertje lezen, maar dan moet die bebaarde man op links opstaan. Neh, laat maar ook. Ik blader nog wel een keer door dat vliegtuigblad.
  • Hoeveel mensen zouden vóór mij door dit blad gebladerd hebben? He, getver.
  • Koopt er eigenlijk nog weleens iemand iets in het vliegtuig? Is geen geld voor zo’n fles, toch? Even zoeken wat ‘ie normaal kost. Oh nee, vliegtuigstand.
  • Zou iemands 4G nog aanstaan? Misschien stoort de apparatuur wel. Iemand heeft vast z’n 4G nog aan. A-so-ciaal.
  • Kijk ik zo relaxed en ontspannen genoeg voor dit soort turbulentie?
  • Kan iemand iets aan die baby doen? Ach nee, het arme kind. Maar zorg gewoon dat ‘ie stopt met gillen. Dank. Die oortjes van ze, kleine drommels.
  • Wel aardig, niet aardig, wel aardig, niet aardig, wel aardig (over de stewards en stewardessen).
  • Alle piloten en stewardessen doen het met elkaar. En zij dan, zou zij ook?
  • Oh nooo, kauwgom vergeten. Kijkt niemand? Neus dicht, mond dicht, blazen. Ik zie er vast uit als een goudvis.

Door: Adeline Mans

Afbeelding van Adeline Mans