De Autoloze Zondag

Rob denkt terug aan vroeger, toen hij door de autoloze zondag ook geen kant op kon.

 

 

Nu wij maar niet afkomen van de pandemie, en het kabinet, na eerst in september ons een toekomst van volledig vrij bewegen had voorgeschoteld, toch maar weer besloten heeft tot een lockdown – deze keer blijkbaar geen “intelligente” lockdown maar gewoon een domme -, wordt vaak gezegd dat dit opgesloten worden thuis uniek is, nooit eerder voorgekomen dus. Laatst hoorde ik een ouder iemand daar tegenin brengen dat de oudere generatie toch echt de autoloze zondag in 1973 had meegemaakt.

 

Maar zijn daarmee dan echt overeenkomsten? Ja, we werden beperkt in onze bewegingsvrijheid en ja, natuurlijk waren er toen ook protesten. Maar ik kan mij niets – gelukkig – herinneren van gewelddadige rellen of landelijke protesten. Terwijl er in die tijd toch ook heel bijzondere en clowneske figuren in de Tweede Kamer zaten, zoals Boer Koekoek met zijn partij.

 

Het kabinet Den Uyl was net aangetreden toen de oliecrisis uitbrak. Nederland was met name de pineut. Wij hadden veel te vriendelijke contacten met Israel, en toen het satirische programma Farce Majeur een beledigend lied over de Arabische sjeik ertegenaan gooide, was de (olie)beer los.

 

Overigens was er toen wereldwijd helemaal geen tekort aan olie, de Arabische landen verhoogden hun prijs met 70% en verminderden de uitvoer naar het Westen. Later bleek dat Nederland zo veel voorraad had aangelegd voor moeilijke tijden dat wij in ons land nooit in de buurt zijn geweest van een tekort. Dat laatste is nu helaas wel het geval, als de besmettingen blijven oplopen dan is het moment nabij dat ziekenhuizen de toestroom niet meer aankunnen.

 

Uiteindelijk hebben wij tien autoloze zondagen gehad. De ouderen weten nog wel: volle bussen en trams, voor de taxi’s werden bij de standplaatsen zelfs wachtlijsten bijgehouden. En natuurlijk fietsen op de snelweg; tot oom agent (die heette toen nog zo, tegenwoordig proberen sommigen hun auto’s in de brand te steken) je van de weg haalde. Voor sommige kinderen was er een bijkomend geluk: zij hoefden een paar zondagen niet naar oma en opa.

 

Er zijn wel degelijk overeenkomsten. Premier Den Uyl zei in een toespraak op tv dat wij ons moesten realiseren dat het qua brandstof en energie in het algemeen nooit meer zou worden als wij gewend waren: ‘Het wordt nooit meer als vroeger.’ Het duurde vijftig jaar, maar hij krijgt nu wel gelijk, hoewel daar een andere oorzaak aan ten grondslag ligt. Ook onze ministers houden ons nu voor dat het nooit meer zo wordt als vroeger. Ik ben bang dat zij op één punt gelijk hebben: van corona komen wij nooit meer helemaal af. 

 

Na de aanslag op de Twin Towers in 2001 werd ook vaak gezegd dat de wereld voorgoed was veranderd en wij nooit meer ons onbezorgde leven zouden kunnen leiden. Ik kan me nog herinneren dat Maarten van Rossem dat op tv zeer betwijfelde. Hij had natuurlijk gelijk, maar zijn opmerking viel zo verkeerd dat het meer dan een jaar duurde voor hij weer uitgenodigd werd voor een tv-programma.

 

En nu, als de pandemie zover over is dat wij ons weer vrijelijk kunnen bewegen en ook weer kunnen reizen, gaan wij dan alleen maar duurzaam reizen, niet langer voor een paar euro naar Spanje, minder met de auto, minder vlees, bewuster met onze gezondheid, met onze energie?

 

Tja.

 

Door: Rob Versteeg