De 5 types in je pilatesklasje
Yoga is voor mij lastig. Een kwestie van te weinig geduld, vrees ik.
Inmiddels weet ik hoe heilzaam de ‘hum’ is, maar ik kan alleen maar denken: tijdens deze minuut had ik ook kunnen planken. Om toch een beetje de balans te houden tussen een beetje een oké lichaam en een ontspannen geest is pilates waar ik gelukkig van word. Een zeldzaam fijne docente die zonnestralen uitdeelt tijdens haar les maakt het feest compleet. Maar ook leuk is dat je weer met totaal andere soorten vrouwen in je les zit dan bijvoorbeeld tijdens een boksles of bootcamp. Ik neem ze even met je door want je herkent ze vast.
1. De ultieme zen-vrouw
Terwijl ik nog half append, net op tijd de les binnen struikel, dipt zij haar kruidentheebuideltje nog in haar meegebrachte thermosfles. Ze draagt louter aardetinten en veel wol, geen make-up. Alles is puur, haar lichaam moeiteloos slank en ik vraag me af of ze überhaupt een telefoon heeft.
2. De expat
Op de een of andere manier lijkt de pilatesklas een magneet voor expats. Bij mij komen ze uit alle windstreken, van Zuid-Afrika tot California tot Australië en Singapore. Ik zou zo graag willen weten wat hen naar ons land heeft gebracht, maar als ik dat doe val ik van mijn reformer-pilates-apparaat.
3. De ooguitsteker
O wee als je op haar apparaat gaat zitten, want dat vindt ze niet fijn. Maar die kans is klein, want ze is sowieso altijd als eerste in de les om zich op te warmen en haar croptop nog iets hoger te trekken. Ze probeert inside grapjes of verwijzingen te maken met de docente en net als je je afvraagt hoe zij toch zo’n godvergeten mooi lichaam kan hebben, zegt ze dat ze diezelfde dag om 7:00 uur ook al een workout heeft gedaan. Baas boven baas is er altijd, ook in de yogales.
4. De stille perfectionist
Je hoort haar niet echt, ze is vrij bescheiden, heeft vaak wijd zittende kleding aan en kiest altijd een plekje op de achtergrond. Tot de docent vraagt of ze een halve salto achterwaarts voor wil doen en ze gewoon de beste van allemaal blijkt.
5. De alleskunner
Ze heeft een stevige baan, jonge kinderen, slaapt soms zomaar drie uur minder vanwege eerdergenoemd nageslacht, maar is er toch maar weer. Zen en vrolijk en gezellig. Hoe doet ze dat toch?