‘Dat mag niet zomaar in Nederland,’ zeg ik
‘Trouwen met je neef of nicht.’
Hun huwelijk werd gearrangeerd, zo vermoedde ik. Maar dat plompverloren te vragen ging me wat ver. Daarom begon ik te vragen over hoe lang ze elkaar kenden, hoe ze elkaar hadden leren kennen en wanneer ze getrouwd zijn. Ze, dat is het echtpaar waar ik als taalcoach door Vluchtelingenwerk aan ben gekoppeld en waar ik elke vrijdag naartoe ga. Elke vrijdag rond lunchtijd bel ik aan en klim ik de trap op naar hun etage. Elke vrijdag vraag ik of de gordijnen alsjeblieft open mogen. Elke vrijdag vraag ik of zij, net bevallen van hun derde dochtertje, wel buiten komt omdat dat belangrijk is. Zuurstof voor haarzelf en voor de baby. Ze belooft elke vrijdag van ja, waarna we op zoek gaan naar een onderwerp om het over te hebben, met Google Translate ernaast voor als we er niet meer uitkomen – wat best vaak is.
‘Een oom’, zegt hij glimlachend. Een oom had hem uitgenodigd en ook haar, want zij, zijn vrouw, is zijn nicht. ‘Jij bent haar neef,’ zeg ik. ‘En zij is jouw nicht.’ In gedachten kauw ik op hoe ik dit zal gaan zeggen. Als ik dit überhaupt al kan zeggen. Dat het in Nederland niet heel erg de gewoonte is om kinderen te maken met een familielid (was dat niet verboden trouwens?). Ter inleiding vraag ik of dat vaak gebeurt in hun vaderland. Ze knikken van ja – als ik er later op google lees ik dat naar schatting een kwart van de allochtone Nederlanders met een familielid is getrouwd. En dan besluit ik het toch maar te zeggen.
Dat we daar in Nederland toch wat voorzichtiger mee zijn.
Ze kijken me aan met die blik dat ze geen idee hebben waar ik het over heb. En eerlijk gezegd… Want om nou een verhaal over inteelt in Google Translate te gooien, en hoe Volendam maar steeds aan dat onderwerp wordt verbonden… Maar aan de andere kant betekent inburgeren ook kennisnemen van onze cultuur, zo heeft Vluchtelingenwerk me op het hart gedrukt, dus wie A zegt…
‘Het mag niet zomaar zonder meer in Nederland,’ zeg ik, ‘trouwen met je neef of nicht. Alleen als zowel de bruid als de bruidegom verklaren, echt officieel verklaren, dat het huwelijk uit vrije wil is. Dan mag het wel.’ Hij knikt. Zij kijkt me aan. Hij houdt van haar, zegt hij. Hij wordt verlegen als hij het zegt. Zij glimlacht. Eerst naar mij en dan naar hem. Het zit wel snor tussen die twee – in hun gearrangeerde huwelijk.