Dat gezeul met onze ouderen?
Daar word ik zó droevig van.
Het is nog maar kortgeleden dat het kabinet besloot dat de verzorgingshuizen van de kaart moesten verdwijnen omdat ouderen gelukkiger af zouden zijn als ze langer thuis blijven wonen. Prettige bijkomstigheid van deze maatregel, waarbij men er voortaan liever van uitging wat mensen nog wél kunnen in plaats van wat ze níet meer kunnen, was een gigantische kostenbesparing. Als ik het goed heb is het laatste verzorgingshuis nog niet eens helemaal gesloten en nu al blijkt dat sluiting misschien toch niet zo’n goed idee was. Wat er aan de hand is?
Nederlanders worden steeds ouder, het aantal dementerenden stijgt en een groeiende groep kampt met meervoudige psychiatrische problemen. Zo kunnen demente mensen depressief raken, een persoonlijkheidsstoornis krijgen of verslaafd raken. Met als gevolg een grote belasting of zelfs overbelasting voor mantelzorgers, thuiszorg en medebewoners en personeel in verpleeghuizen. Want zo’n verzorgingshuis, dat was er nou juist om de brug te slaan tussen lekker zelfstandig thuis wonen enerzijds en opgenomen worden in een verpleeghuis anderzijds. Nu die brug er niet meer is gaapt er, althans in sommige gevallen, een gat.
In Twente, zo viel van de week in Trouw te lezen, plannen zorgorganisaties al ‘nieuwe woonvormen voor demente ouderen met complexe problemen voor wie gewone opvang niet meer voldoet’. Een andere reden voor de terugkeer van dit nieuwe verzorgingshuis versie 3.0, is dat mensen thuis vaak nog wel verzorgd kunnen worden, maar dat ze het in hun eentje thuis zo eenzaam vinden. Liever lekker samen met anderen dus. Om tussen de bedrijven van het verzorgd moeten worden ook nog eens een kaartje te leggen, een praatje te maken, voor mijn part een keer ongegeneerd tegen iemand aan te klagen.
Mag ik even zeggen dat ik soms heel erg droevig word van dat gezeul met onze ouderen? Dat ik vind dat we ze hiermee zwaar tekortdoen en dat ze beter verdienen? Zij waren het die voor de wederopbouw van Nederland hebben gezorgd na de Tweede Wereldoorlog. Zij waren het die alle morele en maatschappelijke veranderingen in de jaren zestig en zeventig moesten pareren en zich steeds opnieuw moesten aanpassen en schikken. Dat deden ze en dat konden ze, omdat zij nu eenmaal van de generatie ‘schouders eronder’ zijn. Nu het onze beurt is om even door te pakken worden ze weggezet als een economische kostenpost.
En daar word ik heel erg droevig van.
Bron: Trouw