Dag meneer De Vries

 

 

Tineke moest eerst niet zoveel hebben van Peter R. de Vries, ze vond hem namelijk nogal zelfingenomen…

 

Hallo meneer De Vries,

 

Dat was vroeger altijd wat ik dacht als u in beeld verscheen. Halloooo meneer De Vries, kan het een beetje minder? Ik vond u namelijk nogal zelfingenomen. Niet dat ik u kende hoor, maar dat belemmerde me niet om een mening over u te hebben. 

 

Maar nu u er niet meer bent …

 

Hoe moet het nou verder, denk ik steeds. Misschien door de kranten die ik las, of de beelden die ik zag op TV. Door de mensen die zo mooi over u spraken, de rouwadvertenties, en de opkomst bij Theater Carré. Menig koning of popster zou er jaloers op zijn.

 

En eigenlijk had ik het u wel gegund om te zien wat uw dood met Nederland doet. Of had u wel verwacht dat het zo zou gaan? Vroeger zou ik gedacht hebben van wel. Toen vond ik u een arrogante kwast wiens zinnen steevast begonnen met ‘ik’: ‘Ik wist allang…’, ‘ik ben gevraagd…’, ‘ik heb onderzocht…’, ‘ik ben benaderd…’, ‘ik heb ontdekt…’, ik, ik, ik… En uw programma rond de dood van Natalee Holloway vond ik ook veel te ver gaan. Al die bombarie over de aanstaande bekentenis. Het lekker maken vóór de reclameboodschappen, en het herhalen van dat kunstje erna; het draaide alleen maar om u, vond ik.

 

Maar u had het wel voor elkaar. Dat moest ik toegeven. U had de vermeende dader zover dat hij bekende, en dat is de politie nooit gelukt. Maar ja… die mogen de door u gebruikte middelen weer niet hanteren. En ik had het pas echt goed gevonden als het meisje was gevonden en die enge dader (toen al) achter slot en grendel was beland. U stond dus te shinen met het leed van een ander, vond ik ook toen weer.

 

Maar gaandeweg veranderde er iets in uw houding, en ook in de mijne. Ik vond zelfs uw uiterlijk mooier worden door de mildheid en de nuance die langzaam naar boven kwam drijven. En ik ging u steeds meer waarderen. Waar ik uw aanwezigheid bij de begrafenis van een crimineel (die levens had verwoest) nog belachelijk vond, kreeg ik steeds meer in de gaten dat u uw mening en houding alleen maar baseerde op feiten. En niet op gevoelens of verwachtingen van anderen, noch op hypes of trends. Als uw vriend iets fout deed dan veroordeelde u dat, maar uw verdriet over de moord op hem liet u gewoon zien. Een soort “schijt aan de wereld-houding” die criminelen ook vaak bezitten, alleen deed u er nooit iemand kwaad mee.

 

En langzaam maar zeker ging ik u steeds meer waarderen. Uw volharding als u iets écht zeker dacht te weten was eigenlijk bewonderenswaardig. Uw woorden op TV leken mij nu soms zelfs te kunnen troosten, omdat u ergens de angel uithaalde (en daarmee ijskoud items in talkshows verknalde). Hilarisch eigenlijk. Als iets veel minder erg was, dan zei u dat óók. Als iets niet klopte dan gaf u dat aan, en als iemand glashard stond te liegen dan zette u hem voor de hele natie te kijk.

 

U legde uit hoe de politie, de wet en de crimineel werkten, en het werd voor mij daardoor steeds een beetje overzichtelijker en minder eng. En eigenlijk vraag ik me nu dus af: had u niet onze minister-president moeten worden? Ik heb nu namelijk het gevoel dat onze democratie aan flarden is geschoten en ben ineens weer een beetje bang, terwijl u er niet meer bent om dat te nuanceren.

 

Maar misschien zijn er nog wel meer mensen zoals u. Die het óók goed met ons voor hebben, en die dat dan achter de schermen (net als u óók nog bleek te doen) allemaal keurig voor ons regelen. U zou dat nu vast gezegd hebben om ons gerust te stellen, en daarom hoop ik daar nu maar op.

 

Maar ik wilde u toch even bedanken. Want wat u voor Nederland heeft betekend, is de afgelopen weken wel duidelijk geworden. U was hier dus zeker niet voor niets, meneer De Vries.

 

Dag meneer De Vries. (Opdat we juist úw naam blijven noemen, en niet die van de daders.)

 

 

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke