Dag één thuis…
In augustus gingen we voorzichtig terug naar de redactie. Ook al waren het maar twee dagen per week, we waren er weer even uit.
Nu duik ik via mijn verplichte quarantaine van tien dagen (want mijn vakantiebestemming ging op oranje) door de persconferentie van Mark zo weer recht het helemaal thuiswerken in.
Quarantaine is op zich al geen leuk geintje, want na vier dagen thuis ga je zelfs het ritje naar de drogist voor een nieuwe deo missen. Me installeren aan de keukentafel vind ik ook echt even slikken, want het is fijn als je tegen een fysiek iemand kunt klagen dat het bakje van de koffiecupjes alwéér vol is. Maar daar maak ik me eigenlijk allemaal nog het minste zorgen om. Waarom dan wel? Ik voel door de coronacrisis zo-veel verdeeldheid om me heen.
Het wringt in families, het schuurt tussen vrienden en het zint me niks. Zoveel hoofden zoveel zinnen, is het bekende spreekwoord, maar soms lijken die hoofden en zinnen elkaar door deze crisis gewoon niet meer te vinden. Ik probeer het zelf niet te laten gebeuren, maar ook mij overkomt het. Ik snap de vrienden niet die knuffelen met andere vrienden, terwijl de cijfers oplopen. Sommige collega’s begrijpen mij niet als ik toch besluit in het vliegtuig te stappen, gewapend met mondkapje en desinfect voor een vakantie. Ik hou mijn hart vast voor familie die van test naar test lijken te gaan, omdat ze voor de klas moeten staan. In mijn app komen ellenlange uiteenzettingen binnen van artsen die zich tegen de maatregelen uitspreken, ik stuur daarop weer een relaas terug van een viroloog die anders denkt. En ondertussen voel ik meer en meer onbegrip.
Waar je elkaar vroeger nog de ruimte kon geven in het verschillend denken, een discussie goed kon knuffelen na afloop of een meningsverschil weg kon zoenen, lijkt dat niet meer te lukken. Talitha Muusse verwoordde maandag bij De Vooravond precies wat ik dacht. Ze zei zich zorgen te maken over hoe we sociaal gezien uit deze coronacrisis gaan komen, dat we zoveel wantrouwen hebben naar elkaar toe. Hoe het families en vrienden verdeelt. De één is voor de regering, de ander tegen. “Laten we geloven in elkaars vermogen om dit samen te doen”, sloot ze haar zorgen af. Ik had het niet beter kunnen verwoorden.
Dag 1 thuis: laten we elkaar letterlijk maar vooral figuurlijk niet uit het oog verliezen.