Knapperige artisjokbeignets met citroen-saffraanaioli
Zo maak je het
Doe voor de aioli de geperste knoflook, eidooier, mosterd en saffraan in een kom en klop tot een glad mengsel. Blijf kloppen en giet er geleidelijk de olie bij, eerst drupje voor drupje, dan steeds wat meer, tot er een dikke emulsie ontstaat. Voeg het citroensap toe en breng op smaak met zout.
Maak de artisjokken schoon, breek de buitenste blaadjes eraf en gooi deze weg. Snijd met een kleine mesje langs de buitenrand om nog meer blaadjes te verwijderen. Snijd het bovenste derde deel eraf en gooi dit weg. Gebruik een dunschiller om de buitenste laag van de stengel en de zijkanten van de artisjok te schillen. Snijd de artisjok in de lengte doormidden en schep het ‘hooi’ er met een theelepel uit.
Leg de geschilde artisjokken in een grote kom met koud water en de geperste citroenen, om te voorkomen dat de artisjokken bruin kleuren.
Doe de bloem, eieren en panko in 3 aparte ondiepe kommen. Giet de artisjokken af en dep ze droog met een schone theedoek. Wentel de artisjokken door de bloem en schud uit, doop ze daarna in het losgeklopte ei en wentel ze door de panko.
Verhit een wok of steelpan met een dikke bodem met 5 cm lichte olijfolie op matig vuur. Als je een stukje brood in de olie laat vallen en de olie gaat direct gaat bruisen, dan is deze klaar voor gebruik.
Frituur de artisjokken, ongeveer 4 stukken per keer, steeds 2 minuten totdat ze mooi goudbruin zijn. Laat ze uitlekken op keukenpapier en serveer warm op een bord of schaal, met de citroen-saffraanaioli.
Van tevoren: de kleine artisjokken kunnen een dag eerder worden schoongemaakt en door de bloem, ei en kruim gewenteld. Verdeel ze in een enkele laag op een dienblad bekleed met bakpapier. Dek af met plasticfolie en zet een nacht in de koelkast tot je ze gaat frituren. De aioli kun je ook een dag eerder maken en afgedekt in de koelkast bewaren.
Eet smakelijk!
Uit: My Streetfood Kitchen,
Jennifer Joyce & Jean Cazals
(fotografie), uitgeverij Good Cook