Consternatie in de bios

 

Deze dames zetten de boel behoorlijk op stelten daar in die bioscoopzaal.

 

We zitten in het staartje van The Favourite, een magnifieke film over het leven van de Britse koningin Anne en haar vertrouwelingen. Poor Anne – met een dikke bravo voor Olivia Colman die haar speelt trouwens! – staat op het punt finaal de weg kwijt te raken als de deuren van de bioscoopzaal plotseling openzwaaien en twee dames onder luid gekrakeel hun entree maken. Er klinkt een ‘pssst’ van achterin de zaal en nog één van ergens in het midden, maar de dames laten zich totaal niet afleiden en tetteren sans gȇne verder. Om de paar passen gaan ze een beetje door hun knieën om de rijnummers te kunnen zien, die ze vervolgens duidelijk articulerend aan elkaar doorgeven. Het ge-pssst zwelt aan, maar tegelijkertijd wordt er ook ergens gelachen. Aangekomen bij de ongeveer vijfde rij van voren blijft het tweetal staan. Eén van hen wijst op een paar mensen die ergens halverwege de rij zitten:

 

‘Sorry hoor, maar jullie zitten op onze plaatsen.’

 

Het duurt even en dan dringt het heel langzaam door: dat ze echt te laat zijn voor deze film en echt te vroeg voor de volgende. En dat ze deze voorstelling inmiddels aardig ontregeld hebben. Want pas na een ‘sorry, wat zeg je’, gevolgd door een stilte, klinkt er een luidkeels ‘oh sorry’ en draaien de dames zich langzaam om.

 

‘Snap jij dat nou?’ zegt de een. ‘Normaal zijn die deuren toch altijd dicht?’

 

 

‘Als de film aan de gang is?’ zegt de ander, ‘altijd! Nou ja, schiet mij maar lek zeg ik. Alsof we dit ook konden ruiken zeg.’

 

Als de deuren eindelijk achter hen dichtklappen, is er niemand meer die niet lacht. Lachend zien we de aftiteling voorbijkomen, lachend zeggen we dat we geen idee hebben hoe het nou afliep en lachend wordt er op de toiletten gespeculeerd over het einde dat niemand heeft meegekregen, maar dat er desondanks niet werd gescholden en gevloekt en hoe bijzonder dat is.

 

Moraal van dit verhaal?

 

Als ik in het park ongeveer onder de voet word gelopen door een kudde bootcampende paardenstaartmeisjes onder een venijnig ‘hou die K-hond bij je’ kijk ik daar al lang niet meer van op.

Als ik een middelvinger krijg van een automobilist die zich rot ergert omdat ik toch maar wel stopte voor oranje? Het zal wel. Dat een groen voetgangerslicht absoluut niet wil zeggen dat ik zomaar over kan steken? Tuurlijk kan dat niet. Dat rotjochies de tram afbreken en dat niemand iets durft te zeggen? Dat schoolmeisje worden neergestoken door hun ex-vriendje? Dat onschuldige kinderen van de radar verdwijnen om nooit meer terug te keren op aarde? Dat oude mensen halve dagen in hun eigen vuil moeten liggen omdat er niemand is om voor hen te zorgen?

 

Maar dat het niet escaleerde daar in die bioscoopzaal, dat was zo bijzonder, daar kijk ik nog wel van op. We kunnen het dus nog wel, en dat is fijn.

Door: Brigitte Bormans

Brigitte werkte jarenlang als culinair journalist en schreef twee kookboeken. In 2004 werd ze directeur/eigenaar van Erfgoed Logies. Maar zonder schrijven kan ze niet. Gelukkig zag Franska wel iets in haar columns, kwam van het een het ander en mag er nu ook over andere zaken worden geschreven.

Afbeelding van Brigitte Bormans