Colporteren kun je leren. Afslaan ook

tineke

 

‘Of ik moeite heb om snel te beslissen?’ herhaal ik zijn vraag. Uhhhh…

 

 

 

De bel gaat, en ik heb te laat door dat er iemand op de stoep staat die me iets wil verkopen. Terwijl er naast de bel toch echt een briefje hangt dat ik dat niet wil.

 

‘Goedemiddag mevrouw,’ lacht de colporteur. ‘Mag ik u iets vragen?’

 

‘Niet als u me iets wilt verkopen,’ zeg ik terwijl ik op het briefje wijs.

 

‘Toch denk ik dat ik met iets kom waar u blij van zult worden,’ zegt hij ijskoud.

 

‘Maar misschien wil ik dat dan nog steeds niet horen,’ laat ik weten en duw de deur alvast een stukje dicht.

 

‘Dat dacht uw buurvrouw ook! Maar als u hoort wat zij bij mij besteld heeft, krijgt u spijt als u de deur nu dichtdoet,’ lacht hij breed mijn drempel over.

 

Dat doet de deur dicht, denk ik nog. Ik ben totaal niet gevoelig voor wat mijn buren bezitten, maar voordat ik dat kan melden, roept hij dat hij geen spullen verkoopt, maar kennis en inzicht. Hij verkoopt de allerbeste opleidingen op het gebied van groei. En hij denkt dat ik daar behoefte aan heb.

 

‘Ik hoef niet te groeien,’ grap ik schaapachtig. ‘Ben al dik genoeg.’

 

‘Aha! Iemand met inzicht én humor! Ook daar hebben wij opleidingen voor om verder te komen in het leven.’

 

‘Nou, daar wordt door de oncoloog al hard aan gewerkt, meneer. En daar kan ik u en uw opleidingen waarschijnlijk niet bij gebruiken.’

 

Ik denk dat ik hem daarmee wel afschrik, maar niets is minder waar.

 

‘Durft u ook niet zo snel “ja” te zeggen?’ vraagt hij dan.

 

‘Ja!’ antwoord ik snel. En ik denk daarmee een kwinkslag te slaan, maar hij begrijpt me nochtans verkeerd.

 

‘En kunt u ook niet zo goed “nee” zeggen?’ vraagt hij daarna.

 

‘Nee!’ gooi ik eruit binnen een tiende van een seconde.

 

‘En hebt u vaak moeite om snel te beslissen?’

 

‘Of ik moeite heb om snel te beslissen?’ herhaal ik zijn vraag. Uhhhh …

 

‘En twijfelt u weleens?’ zet hij dapper door.

 

‘Soms … Denk ik.’

 

‘Durft u snel commentaar te leveren?’

 

‘Wat een stomme vraag.’

 

‘Begrijpt u de dingen snel?’

 

‘Hoe bedoelt u?’

 

‘En spreekt u uw eigen wensen snel uit?’

 

‘Ik wil dit gesprek nu afronden,’ bits ik hem toe terwijl ik de deur nog iets verder sluit.

 

‘Komt u goed voor uzelf op?’ schreeuwt hij dan nog.

 

‘Zeg, moet ik mijn grote broer erbij halen, of gaat u zelf weg?’

 

‘Mevrouw,’ zegt hij dan. ‘Ik zie wat hier gebeurt. U bent bang voor mij en voor wat ik verkoop, maar ik beloof u dat ik daar een cursus voor heb die u verder gaat helpen. En dat kan zowel klassikaal als individueel en online. Dan kan uw voordeur voor altijd gesloten blijven.’

 

‘Hoe krijg ik die … mijn stoepje af?’ begin ik me radeloos af te vragen. O, wacht!!

 

‘Kunt u mij helpen om mensen zoals u te weerstaan?’ vraag ik dan.

 

‘Jazeker!’ is het niet onverwachte antwoord.

 

‘Die cursus wil ik dan graag doen!’ zeg ik vriendelijk. ‘Kom maar hier met dat formulier, dan schrijf ik me in voor alle cursussen die u daarover in uw pakket heeft. Ik moet alleen even een handtekening halen bij mijn curator, want ik sta nog onder curatele. Is dat een probleem? Maar de curator zit hier toevallig binnen samen met de wijkagent, dus dat is zo gepiept.’

 

En dan geeft hij eindelijk op.

 

‘Misschien beter van niet,’ zegt hij dan. ‘Prettige dag nog.’

 

Hmmmm … Zal ik op dat briefje naast de bel nu schrijven dat ik onder curatele sta? Niks om je voor te schamen, toch?

 

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke