Chocola op z’n chocoladest

 

Margreet is niet het type dat bij het uitbreken van ongesteldheid, liefdesverdriet of andere ellende grote hoeveelheden chocola naar binnen schuift, maar ze kan enorm genieten van een stukje puur. Totdat ze zich er echt in ging verdiepen.

 

Chocolade… Er zijn gedichten en boeken over geschreven, films en liedjes over gemaakt en volgens mij is er geen etenswaar waar zoveel en dankbaar wetenschappelijk onderzoek naar is verricht als chocola. Een Sinterklaas zonder chocoladeletter is als een verjaardag zonder slingers, en menig kind heeft de eerste letter van z’n naam leren kennen in de substantie van chocola. Of je nu in een vijftigraden-warme woestijn in India loopt of in de koude bergen van Latijns-Amerika, een chocolaatje tovert op ieder gezicht een glimlach. Echt, ik heb het gezien!

 

Bij ons thuis liggen steevast enkele repen in de keukenla, naast de la met de EHBO-doos. Want chocola is de perfecte pleister voor wonden die niet bloeden. Een rotdag op school, discussies op het werk, een momentje waarop je eigenlijk een glas wijn zou willen drinken, maar bedenkt dat je daarmee gestopt bent… Voor al die momenten is er chocola. Bij ons is het overigens niet – zoals het cliché wil – mijn maandelijkse PMS die de bodem van de la in zicht brengt, maar zijn het twee mannen die de grootste chocolademonsters zijn. Ikzelf kan intens genieten van een klein stukje puur, terwijl man en zoon met gemak een hele reep melk naar binnen schuiven.

 

Met dat vele proeven verfijnde in de loop der jaren de smaak. Zoals dat gaat als je iets lekker vindt, verdiepten we ons wat meer in chocolade. Tijdens een vakantie bezochten we een cacaoplantage (waarschuwing: eet nooit een cacaoboon! 

 

 

Hartstikke bitter, en dus helemaal niet zo lekker als die zoete dingetjes die je wel eens bij de koffie krijgt en waarvan je denkt dat het cacaobonen zijn!) en stukje bij beetje ontdekten we meer over het bruine goud. Helaas ook dat het een duistere kant heeft. Bleken er voor de repen, die wij als pleister gebruikten, slaven te hebben gewerkt! In déze tijd! Sterker nog, er werd beweerd dat er geen slaafvrije chocolade bestond. Die ontdekking maakte zo’n reep toch ineens een stuk minder aantrekkelijk. Het was zo’n moment waarop ik dacht: roze koeken zijn ook heel lekker…

 

Zoals ieder weldenkend mens dat het zich kan permitteren, probeer ik biologisch en bewust te doen. Omdat ik ook wel weet dat het niet lang meer goed gaat met de aarde als we er allemaal maar een beetje op los consumeren. Maar ik moet ook bekennen dat ik het met de aanschaf van chocola allemaal niet zo nauw nam. Fairtrade was – letterlijk – vaak een ver-van-m’n-bed-show, en rond Fairtrade-chocola hing voor mijn gevoel nog altijd een behoorlijk grote geitenwollensok.

Smaakt een reep chocola lekkerder als je weet dat ie eerlijk is? Ik had geen idee, want ik nam niet de moeite het te onderzoeken. Tot een jaar geleden, toen ik van Sinterklaas een Fairtrade-chocoladeletter in m’n schoen vond. Niks geitenwollensok, niks ver van m’n bed, ik proefde een heerlijke reep pure chocola – en die mannen van mij prezen de melkvariant. Chocola op z’n chocoladest. De geitenwollensok verworden tot sexy smaakbelevenis. En ja, de wetenschap dat er moeite was gedaan om alle makers van die reep een eerlijk inkomen te bezorgen, waarbij ook nog gekeken was naar wat het beste is voor het milieu, zorgde ervoor dat die lekkere letter nóg lekkerder smaakte! 

 

 

Margreet Botter woont met man en zoon in het midden van Nederland. Ze werkte jaren bij Libelle, waar Franska haar baas was. In de loop der jaren bloeide er een voorzichtige vriendschap tussen de twee, die zich nog steeds aan het ontwikkelen is.

Fotografie portret: Esmée Franken. Visagie: Charlotte van Gulik, Haar: Isabella Greuter