Racisme in de zorg komt in alle soorten en maten
Zijn het niet de patiënten die je afwijzen omdat je een kleur hebt, man bent of juist vrouw, dan zijn het wel je collega’s.
Verpleegkundigen met een migratieachtergrond die worden weggestuurd door een patiënt in de thuiszorg? Het komt, ondanks de personeelstekorten die er toch echt niet om liegen, vaker voor dan je zou denken. ‘Ik wil geen bruin iemand in mijn huis’, wordt er dan ijskoud gezegd. Waarop de werkgevers – voor zover voorhanden – meestal maar iemand anders sturen en de verpleegkundige sussen met een ‘trek het je niet aan’ (wat iedereen die zo wordt weggezet natuurlijk wel doet). Kan er tegen de patiënt worden gezegd dat die zelf maar iemand anders moet zoeken? ‘Lastig’, volgens zorgverleners. Want aan de ene kant geldt er ‘zorgplicht’, wat wil zeggen dat je patiënten, hoe onbeschoft ook, niet mag weigeren of wegsturen. Aan de andere kant zegt de ‘arbocatalogus’ voor verpleeghuizen en thuiszorg dat het niet de bedoeling is een witte zorgverlener naar een patiënt te sturen die zegt ‘geen bruine’ te willen. Er moet in ieder geval altijd eerst over worden gesproken – wat in de praktijk een wassen neus is.
Net als in de thuiszorg wordt er ook op de spoedeisende hulp gediscrimineerd bij het leven en ook hier hebben leidinggevenden niet altijd een passend antwoord paraat omdat de regel is dat patiënten in de eerste plaats zorg moeten krijgen. Ook als die patiënt een vrouw is die een mannelijke arts weigert en ook als die patiënt een verpleegkundige of arts van kleur niet moet en er niet mee zit om dat ongezouten te zeggen. Patiënten kunnen daar heel ver in gaan en toch is het moeilijk om iemand die acute zorg nodig heeft weg te sturen. Er zijn ziekenhuizen die het gesprek aangaan. Er zijn er ook die de zaak afdoen met een ‘er komt zo een andere collega bij u’.
Mocht je denken dat het alleen patiënten zijn die moeilijk doen over huidskleur of sekse, dan moet ik je uit je droom helpen. Dit voorbeeld van een 25-jarige co-assistent die zelf van kleur is, liegt er ook niet om. Zij mocht assisteren in de operatiekamer. Tijdens een operatie stond er een hiphop-nummer op. De chirurg vroeg of ze het betreffende nummer kende, wat niet zo was. ‘Wel gek’, volgens de chirurg. Omdat dit volgens hem toch echt muziek was ‘waar negers naar luisteren’. Wat kon ze zeggen, deze co-assistent? Er was hier immers wel sprake van een machtsverhouding en ze wilde er ook graag bij horen in dit ziekenhuis waar met name witte mannen werken en waar het in de operatiekamer vooral over skiën en golf gaat.
Dat racisme morgen de wereld uit is, is helaas een utopie. Blijft de vraag wat we kunnen doen om de ergste racisten aan te spreken op hun gedrag.