Brigitte gaat ervoor deze kerst!
En dat terwijl de kersttijd ooit een soort van ‘Brigitte lijdt het meest door het lijden dat zij vreest’ was.
Jaren aan een stuk was ik met de feestdagen de hort op. Kerst op een strand, onder een sterrenhemel of in de sneeuw. De eerste dag van het nieuwe jaar dobberend in een zwembad of lunchend op de piste met een Wienerschnitzel. Voor mij geen oliebollen, geen boodschappenstress, geen verplichtingen en geen druilerige kerstdiners of melige oud-en-nieuw-feestjes. Eerste kerstdag en nieuwjaarsdag belde ik – vaste prik – naar huis en dan zaten mijn ouders al naast de telefoon te wachten met een ‘altijd blij dat ik je stem even hoor’. Ik heb heus wel eens gevraagd of ze er niet mee zaten dat ik er nooit was als het feest was. Het antwoord was altijd dat alles oké was voor hen zolang ik oké was. ‘En ach, kerstmis is per slot van rekening ook maar een dag, toch?’
Toen de jaren van ‘niet meer de hort op’ daar waren, werd de kersttijd een soortement van ‘Brigitte lijdt het meest door het lijden dat zij vreest’, want het was vooral de aanloop naar de kerst die er in hakte. Met overal om me heen alleen maar blije mensen die druk in weer waren om ‘de mooiste tijd van het jaar’ nog mooier te kleuren en met vooral geen sterveling te bekennen die alleen of eenzaam was. Met een ‘blij als het voorbij is’ leek er aan die kersttijd geen einde te komen, terwijl de kerst op zich inderdaad gewoon maar een dag bleek.
Vorig jaar was mijn dochter de hort op met de feestdagen: kerst op een strand en oud en nieuw aan een zwembad was het plan en zo geschiedde. Ze vroeg of ik het niet erg vond dat ze er niet was op kerstavond, wanneer wij kerst vieren. Ik zei dat alles oké was zolang zij maar oké was. Maar achteraf was dat een beetje gelogen. Kerstavond zonder haar vond ik namelijk drie keer niks, omdat ik nog nooit van mijn (of eigenlijk: haar) levensdagen een kerstavond zonder haar was geweest. Toen ze belde om te vragen hoe het was zei ik dat ik er geen moer aan vond zonder haar en zei ze ‘ach mammie toch’ en moest toen lachen.
De komende kerst is er ze er weer gewoon, mijn dochter. En omdat dat zo gewoon niet is, hangt Rudolf alvast aan de voordeur en staat die kerstboom hier eerder dan de sint zijn hielen heeft gelicht. Over het kerstavonddiner is al een brainstormavond belegd met alle betrokkenen en daarna wordt er een middag inkopen gepland. Al met al denken we alleen al door alle voorpret een onvergetelijke kerst tegemoet te gaan, al mijn dierbaren en ik. Druilerig zal het bij ons dan ook in geen geval worden op kerstavond en mochten we ons onverhoopt toch vergissen dan kunnen we ons nog altijd troosten met de gedachte dat Kerstmis per slot van rekening ook maar gewoon een dag is.