Boom in huis? Ballen opgehangen? Menuplannen misschien al gemaakt?
Ik nog niet. Voor het dessert heb ik in elk geval al meer dan genoeg inspiratie dankzij Janny van der Heijden.
Je hebt er vast al over gehoord, die fantastische desserttentoonstelling van Janny van der Heijden in het Kunstmuseum in Den Haag: LINK. Hij duurt nog tot en met 6 april volgend jaar, al is die tentoonstelling natuurlijk niet voor niets op 23 november geopend. Perfecte timing om eens lekker wat inspiratie op te doen voordat de kerst begint. En als je – net als ik – ook op onverklaarbare wijze ontzettend zin in zoete dingen krijgt in deze periode van het jaar, dan is dit dus de allerbeste tip van de week: uitje Den Haag. Lekker genieten van heel veel lekkers.
Slim van ze trouwens dat ze Janny hiervoor gevraagd hebben, want als er iemand is die niet alleen veel weet van recepten en verstand heeft van koken, maar ook nog eens gespecialiseerd is in de geschiedenis van ons eten, dan is zij het wel:
’Het toetje is meer dan een ultieme afsluiting van een maaltijd. Het is een weerspiegeling van culturele, sociale en smaakveranderingen door de eeuwen heen. Aan de hand van toetjes kun je heel veel verhalen vertellen.’
Lekker gaan kijken daar dus, al wordt het kiezen voor je kerstmenu er natuurlijk niet makkelijker op als je zoveel ziet. Daarom heb ik Janny maar even gevraagd wat haar top drie qua dessert is. Komt-ie:
1. Charlotte Russe
2. Pavlova
3. Zelfgedraaid ijs
Een Charlotte Russe is een prachtig ‘spektakelstuk’. Tenminste… dat vind ik, want ik vind het er moeilijk uitzien, maar waarschijnlijk is het gewoon een kwestie van doen en netjes het recept volgen, al zou ik zelf toch even moeten oefenen voordat het kerst is. Ik vond dit recept van Janny.
Tip: je ziet vaak ook dat ze een feestelijk lint om de lange vingers strikken.
Een vriendin van me maakt weleens Pavlova, met vers fruit erop, want ‘dat is heel makkelijk en ziet er prachtig uit,’ zegt ze. Ik heb nog nooit meringue durven bakken, omdat ik mijn meringue al zie verbranden als ik alleen het recept al lees. Ik word eerlijk gezegd altijd een beetje nerveus als ik moet afwachten wat de oven ervan ‘bakt’. Maar mocht je er eentje willen maken, dan kun je de kunst hier afkijken bij Cees Holtkamp en zijn kleindochter Stella. Al weet ik zeker dat die van mijn vriendin veel ‘handmatiger’ is. En dat maakt hem juist zo leuk.
Zelfgedraaid ijs. Ha, dat kan ik, dankzij mijn fantastische ijsmachine. Alleen moet ik dan meerdere porties achter elkaar draaien, want er kan niet erg veel tegelijk in.
Het zal bij mij dus wel weer uitdraaien op mijn eeuwige succesnummer: tiramisu. Ik gebruik al bijna honderd jaar dit recept, dat ik van een vriendin kreeg. Veel gebruikt, dat kun je wel zien, haha. De geschreven aanpassingen op het recept zijn van haar hand. En ik gebruik altijd rum. Bruine.
Als je dit recept gebruikt, houd dan in de gaten dat je niet alle eiwitten moet gebruiken, maar iets minder dan de helft. Ik kom daar keer op keer te laat achter, omdat ik niet alles vooraf lees. Ik weet het: les 1 als je leert koken, eerst alles lezen. Jaja.
Normaal maakte ik de tiramisu altijd in drie lagen in zo’n glazen rechthoekige, cakeachtige vorm, waar je dan plakken uit snijdt. Ik doe dat niet zelf, want dan wordt het een gigantische kliederboel. Gelukkig is mijn zus met dit soort klusjes altijd de reddende engel. Die kan zonder ook maar een kloddertje of spettertje te morsen de allermoeilijkste dingen opscheppen en uitserveren.
De laatste keer maakte ik de tiramisu in twee lagen, in een vierkante lagere vorm. Dan zien die porties er als een soort ‘kubusjes’ uit, zoals je ze vaak in Italië krijgt, en schep je dus echt met elke schep lekker door alle lagen heen.
Wat het bij jou ook mag worden qua toetje, als het maar lekker en vooral gezellig is, want uiteindelijk is dat het belangrijkste.
Ik wens je een gezellige week en als je naar Den Haag gaat: heel veel plezier gewenst!
Liefs van Franska