Blijven zitten is knap

 

Hij was blijven zitten, vertelde hij me. ‘Ach, jochie toch’, antwoordde ik meelevend. Maar toen keek hij me ineens heel boos en beledigd aan.

 

 

Ehhh… Wat moest ik hier nou weer mee? Het tolde in mijn hoofd, want ik zag aan zijn gezicht dat er iets hartstikke verkeerd ging, maar ik wist nog even niet wat.

 

‘Vind je het jammer dat je bent blijven zitten?’ Ja, ik gooide de vraag er maar meteen in om verdere escalatie van ons gesprek te voorkomen.

 

‘Nee, natuurlijk niet,’ antwoordde hij boos, ‘Da moes toch?!?’ En toen was ik het spoor even bijster.

 

Zou hij iets gebruikt hebben, dacht ik eerst nog. Maar nee, dat leek me onwaarschijnlijk bij zo’n kleintje. En ik word oud hoor, ik weet het heus wel. Ik volg niet alles meer wat voor jongelui nu heel gewoon is, omdat ik nu eenmaal in een andere tijd ben opgegroeid. In mijn tijd werd er echt weleens een jointje gerookt, en dat vonden onze ouders toen al volkomen belachelijk. En levensgevaarlijk ook! Maar dat was natuurlijk niks als je het vergelijkt met die zooi die ze nu tot zich nemen. Het duizelt mij soms echt wat nu al heel gewoon is, en wat ik totaal niet begrijp. En daardoor voel ik me vaak best wel achterlopen. Tegenwoordig zitten ze namelijk rustig aan een joint die vijf keer zo sterk is als die uit onze tijd. En die moet dan ook nog worden begeleid door een pilletje met als hoofdingrediënten gootsteenontstopper en een beetje bleekwater. En daarna kruipen ze evengoed nog gezellig achter het stuur om samen een paar slagroompatroontjes met lachgas te inhaleren, die pas echt lekker schijnen te vallen na zeven blikjes energydrink, vijf vleugeltjes, een cocktailtje of drie en een shotje tequila. Je bent als ouders tegenwoordig al blij als dat het enige shotje is dat ze tot zich nemen, dus de wereld is best wel veranderd.

 

Maar nee… dat kon het nog niet zijn bij deze jongeman. Dit ventje is acht of negen, en ik weet echt wel dat ze overal steeds vroeger mee beginnen, maar ik verwachtte niet dat deze jongeman zich al bezig zou houden met shotjes en energiedrankjes.

 

O, wacht! … Volgens mij was dat ook precies wat dit menneke nooit zou moeten nemen: energydrinks! Ineens wist ik het weer en viel ook het kwartje. En hij was dus blijven zitten… Aha!!

 

‘O, vent, wat geweldig,’ kirde ik dus enthousiast, ‘je bent bij de BSO op je stoeltje blijven zitten toen je juf dat vroeg?!?!’ Ineens had ik ‘m.

 

‘Yep!’ antwoordde hij trots. ‘Ik moes heel stil blijven zitten en toen ging Carla tot honderd tellen. En ik deejut gewoon!’

 

‘Man, wat een kanjer ben je toch. Jij kan ook echt alles, hè’, stak ik hem de bekende veer in de daartoe behorende achterkant. En ik probeerde net zo stralend en trots te kijken als hij op dat moment deed.

 

´En nou heb ik dus geen ADHD meer, maar alleen nog ADD, zeg me moeder. We schieten al lekker op. De H van Alle Dagen Heel Druk is eraf, en ik ben allenig nog druk. Maar nie meer heuuul druk.’

 

Nou ja… Je zou hem toch opvreten, zo’n vent? En ik had hem dus zó een snoepje willen geven. Maar dat mag niet. Dat is niet goed voor zo’n kereltje.

 

En ik hoop zó dat hij later van alle andere rotzooi ook gaat afblijven. En dat hij trots aan zijn buurvrouw komt blijven vertellen wat hem allemaal wél lukt.

 

Dat die twee D’s er ook nog afgaan, en dat hij alleen de A overhoudt. De A van Apetrots. Ik denk niet dat die gedachte realistisch is, maar ik gun het hem wel.

 

 

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke